De accountant wordt in deze tuchtzaak verweten bewust te hebben gehandeld in strijd met de gedrags- en beroepsregels door ondeugdelijke controleverklaringen te verstrekken, ongebruikelijke transacties niet tijdig te melden en geantedateerde stukken op te stellen. Verzoek tot aanhouding van de tuchtzaak totdat in de strafzaak is beslist, wordt afgewezen.

In 2017 is de accountant in eerste aanleg door de strafrechter veroordeeld tot een gevangenisstraf voor het valselijk opmaken van goedkeurende controleverklaringen. Het daartegen ingestelde hoger beroep loopt nog.

Het OM heeft tegen de accountant tevens een tuchtklacht ingediend. Deze tuchtklacht is op 8 juli 2019 gegrond verklaard. Het hoger beroep van de accountant tegen de uitspraak is vervolgens door het College gegrond verklaard, omdat hij – kort gezegd – terecht klaagde over de mogelijkheid dat zijn verklaring in de tuchtrechtelijke procedure gevoegd zou kunnen worden in de strafprocedure. Na toezegging van het OM dat de eventuele verklaringen in de tuchtprocedure en de uitspraak van de tuchtrechter niet gevoegd zouden worden in het strafdossier, heeft de accountant in hoger beroep bij het College verklaard inhoudelijk verweer te willen voeren in de tuchtprocedure. Het College oordeelde dat hij hiertoe in de gelegenheid diende te worden gesteld en heeft de zaak terugverwezen naar de Accountantskamer.

Bij de Accountantskamer stelt de accountant zich echter opnieuw op het standpunt dat de tuchtzaak aangehouden dient te worden totdat in de strafzaak onherroepelijk is beslist. De accountant vreest dat het hof dat zijn strafzaak in hoger beroep behandelt, kan besluiten de uitspraak van de Accountantskamer op te vragen. Langs die weg kunnen volgens de accountant de door hem bij de Accountantskamer af te leggen verklaringen toch onderdeel gaan uitmaken van het strafdossier, wat in strijd is met het nemo tenetur-beginsel.

De Accountantskamer wijst het aanhoudingsverzoek echter af, omdat de gedane toezeggingen van het OM afdoende zijn en het hoogst onwaarschijnlijk is dat het hof in de strafzaak van het OM zal verlangen dat de uitspraak van de Accountantskamer wordt toegevoegd om vervolgens de eventuele verklaringen als bewijsmiddel tegen de accountant te gebruiken. Zou het hof van de verklaringen van de accountant kennisnemen omdat de uitspraak van de Accountantskamer (anoniem) wordt gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl, dan zal het hof die kennis bij de afwegingen buiten beschouwing moeten laten. Een rechter is professioneel gezien nu eenmaal soms gehouden om te doen alsof hij iets níet weet wat hij wél weet, aldus de Accountantskamer.

De Accountantskamer acht de klachten gegrond. De accountant heeft onvoldoende kritisch gekeken naar de in de jaarrekeningen van de stichting opgenomen posten. Daarnaast had hij moeten opmerken dat sprake was van ongebruikelijke transacties, omdat leningsovereenkomsten en facturen niet of pas zeer laat werden overgelegd en deze ook inhoudelijke gebreken vertoonden. Daarnaast was de accountant betrokken bij het achteraf aanvullen van de notulen van de Raad van Toezicht. Mede vanwege een eerdere veroordeling door de tuchtrechter, wordt de accountant uiteindelijk voor drie jaar doorgehaald.

Accountantskamer 25 maart 2022, ECLI:NL:TACAKN:2022:12.