Betrokkene, een registeraccountant, is sinds eind 2011 accountant van de vennootschap [Holding B.V.] en haar dochtermaatschappijen, waaronder [B.V.1]. Laatstgenoemde vennootschap was afnemer van producten van klaagster. [Holding B.V.] stond garant voor de betaling van de leveringen van klaagster aan [B.V.1]. Klaagster heeft vanwege een verruimde garantstelling, de liquiditeiten van deze vennootschappen op basis van onder meer de gepubliceerde balansen getoetst en voor de garantstelling als voldoende beoordeeld. Bij klaagster zijn echter door het faillissement van [Holding B.V.] en [B.V.1] facturen onbetaald gebleven voor een bedrag van € 133.389,59.

Betrokkene heeft volgens klaagster gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels, nu onder zijn verantwoordelijkheid over het boekjaar 2010 publicatieverslagen van [Holding B.V.] en [B.V.1] zijn gedeponeerd, waarin onjuiste cijfers zijn opgenomen.

In de procedure heeft betrokkene erkend dat beide aan de orde zijnde publicatiestukken onder zijn verantwoordelijkheid zijn opgesteld en gedeponeerd. Volgens klaagster blijkt uit de balansen over 2010 en de jaarrekeningen 2010 dat die cijfers in vele opzichten afwijken van de cijfers opgenomen in de publicatiestukken. Gezien die afwijkingen geven de publicatiestukken een misleidend beeld van de liquiditeitsposities van de betreffende vennootschappen. Waren de juiste cijfers door betrokkene gedeponeerd, dan was er mogelijk geen verruimde garantstelling afgegeven. Betrokkene heeft erkend dat er verschillen zijn tussen de cijfers in de publicatiestukken en de stukken waarop klaagster heeft gewezen, maar (het effect van) die verschillen gerelativeerd. Hij heeft voorts aangevoerd dat er geen definitieve jaarrekening van [Holding B.V] is opgesteld.

De Accountantskamer stelt vast dat het om aanzienlijke verschillen gaat. Volgens betrokkene zijn de afwijkingen veroorzaakt door een technische fout in het rapportagepakket. Betrokkene had echter erop moeten toezien dat de gepubliceerde balans op juiste wijze was ontleend aan de balans in de opgemaakte en vastgestelde jaarrekeningen. De verschillen daartussen hadden hem niet mogen ontgaan. Dat geldt te meer als het gaat om het deponeren van cijfers die afwijken van de cijfers in een conceptjaarrekening die nog niet is vastgesteld. Immers deponering van publicatiestukken mag pas plaatsvinden nadat de jaarrekening is vastgesteld.

Dit tekortschieten levert volgens de Accountantskamer strijd op met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Aan dat oordeel doet niet af dat de publicatiebalans een minder gunstig beeld geeft van de financiële positie, dan de balans in de jaarrekening.

De Accountantskamer verklaart de klacht gegrond en legt aan betrokkene de maatregel waarschuwing op. Daarbij wordt enerzijds meegewogen dat betrokkene tot twee maal toe is tekortgeschoten in de van hem te vergen deskundigheid en zorgvuldigheid. Anderzijds staat daar tegenover dat de gepubliceerde cijfers een slechter beeld geven van de financiële positie, zodat gebruikers waarschijnlijk door de verschillen niet zijn benadeeld.

Accountantskamer 18 augustus 2017, ECLI:NL:TACAKN:2017:51

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2017/ECLI_NL_TACAKN_2017_51?DomeinNaam=accountants&Pagina=1&ItemIndex=6