Verdachte was een exploitant van diverse seksclub. In deze clubs werd de omzet per dagdeel bijgehouden door managers. Aan het eind van de week werden de dagopbrengsten door hen in een handgeschreven weekoverzicht gezet. Deze weekomzetten werden overgeschreven op een kladbriefje en vervolgens gehalveerd en afgerond op 1 decimaal getal (zodat bijvoorbeeld een weekomzet van € 4.625,- werd omgezet in 2.3). De doorgegeven, gehalveerde, omzetten werden vervolgens samengevoegd tot weekbundels en digitaal weggezet op een externe harde schijf.

Uit een vergelijking tussen de weekcijfers zoals die blijken uit de in beslag genomen agenda’s (waarin de werkelijke weekomzet stond genoteerd), de onder een medeverdachte in beslag genomen versies van de administratie, en de ‘officiële’ boekhouding blijkt dat tot bijna 65% van de werkelijke omzet buiten de boeken werd gehouden. De samengestelde weekbundels en opgemaakte kasboeken (met daarin het te verantwoorden deel van de omzet) werden vervolgens overgedragen aan de boekhouder, die aan de hand van deze (fictieve) gegevens de belastingaangifte verzorgde. Nu de aangiftes omzetbelasting zijn gedaan op basis van de valselijk opgemaakte omzetformulieren, staat vast dat deze aangiftes opzettelijk onjuist zijn gedaan, met als gevolg dat te weinig belasting is geheven.

Ten aanzien van een gedeelte van het contante geld dat buiten de boeken werd gehouden is door de Rechtbank vastgesteld dat het naar Zwitserland is gebracht. Aldaar werd het zwarte geld gestort op rekeningen van een drietal voor dit doel opgerichte Zwitserse ondernemingen. Vervolgens werd met deze gelden geïnvesteerd in panden in Nederland om die vervolgens aan de seksclubs, aan de verdachte zelf en aan een aantal van zijn gezinsleden te verhuren.

Gelet hierop is de Rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een zogenaamde “loan back”- constructie. Tussen verscheidene natuurlijke- en rechtspersonen werd op een duurzame en structurele wijze samengewerkt om een deel van de omzet van de seksclub buiten de administratie en de belastingheffing te houden en werd deze zwarte omzet via een schijnconstructie witgewassen. Deze vorm van samenwerking om financiële misdrijven als witwassen, belastingfraude en valsheid in geschrifte te plegen kan naar het oordeel van de Rechtbank zonder meer als criminele organisatie worden beschouwd.

De rol van verdachte was erin gelegen dat hij oprichter en formeel en feitelijk de leidinggevende was van de seksclub waarmee het geld werd verdiend, en dat hij zich actief bemoeide met de bedrijfsvoering in de clubs, in het bijzonder ook door van de managers te verlangen dat zij op geen andere wijze de omzet bijhielden. De Rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte consequent een leidende rol had bij het opzetten en uitvoeren van alle onderdelen van de constructie waarbij de zwarte omzet van de seksclubs werd witgewassen. Om die reden kan hij worden beschouwd als de oprichter, bestuurder en leidinggevende van de criminele organisatie.

De Rechtbank is van oordeel dat het qua duur en omvang om één van de zwaarst denkbare vormen van fraude gaat en dat de verdachte het laakbare van zijn handelen niet lijkt in te zien. Die omstandigheden rechtvaardigen het opleggen van een langdurige gevangenisstraf. Hoewel de verdachte op leeftijd is en in een broze fysieke gezondheid verkeert, is van absolute detentieongeschiktheid geen sprake. In de executiefase van de straf kan gezocht worden naar een passend regime. De gezondheidssituatie van de verdachte is wel aanleiding om de op te leggen straf te matigen. Alles afwegende veroordeelt de Rechtbank de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar.

Een medeverdachte (de zoon van verdachte) is door de Rechtbank veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar. Daarmee is rekening gehouden met het feit dat deze verdachte pas later, vanaf 2009, een actieve en leidende rol is gaan spelen. Een andere medeverdachte is veroordeeld tot een werkstaf en een gevangenisstraf gelijk aan het door hem ondergane voorarrest gelet op het relatief beperkt aandeel dat hij heeft gehad bij de criminele activiteiten en zijn leeftijd en slechte gezondheid.

Rechtbank Noord-Nederland, 4 september 2015

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:4195
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:4203
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2015:4204