Eiseres, een holdingmaatschappij van meerdere dochtermaatschappijen, heeft alle aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek gebracht. In 2013 heeft de inspecteur (hierna: verweerder) een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften over 2011 en 2012. Verweerder is van mening dat geen sprake is van ondernemerschap, nu eiseres niet optreedt in het economisch verkeer. Verweerder heeft daarom alle in aftrek gebrachte omzetbelasting nageheven.

 Eiseres gaat in bezwaar en in beroep. Voor rechtbank Gelderland is in geschil of sprake is van ondernemerschap voor de omzetbelasting en of de naheffingsaanslagen en boetes terecht zijn opgelegd. Eiseres beroept zich onder meer op het vertrouwensbeginsel. Dit beroep baseert zij op het controlerapport naar aanleiding van het boekenonderzoek (uitgebracht in 2014) en op een beschikking fiscale eenheid die in 2013 is afgegeven.

 Vertrouwensbeginsel

Ten aanzien van dit beroep overweegt de rechtbank dat alleen sprake kan zijn van rechtens relevant vertrouwen indien dit vertrouwen is gewekt voordat de onderhavige aftrek plaatsvond. De aftrek vond plaats in de jaren 2009 t/m 2012, voordat de beschikking fiscale eenheid en het controlerapport bestonden. Reeds hierom kan naar het oordeel van de rechtbank geen sprake zijn van rechtens gewekt vertrouwen.

 Overigens merkt de rechtbank ook nog op dat is nageheven conform de conclusies van het controlerapport, zodat ook in zoverre geen sprake kan zijn van schending van het vertrouwensbeginsel. Ook aan de beschikking fiscale eenheid kan verder geen vertrouwen worden ontleend, nu deze gebaseerd is op uitlatingen van eiseres die niet overeenkwamen met de aangetroffen feiten.

 Boetes

De opgelegde boetes zijn berekend over de nageheven bedragen aan omzetbelasting en dus niet mede op de in stand gelaten aftrek die door de controleur is toegerekend aan de doorbelasting van de accountantskosten aan de dochtervennootschappen. Eiseres betoogt in dit verband dat het doorbelasten van een deel van de accountantskosten aan de dochtervennootschappen tot ondernemerschap leidt, zodat de niet doorbelaste accountantskosten als algemene kosten in aftrek kunnen worden gebracht. Als de doorbelasting van een deel van de accountantskosten wel tot ondernemerschap zou hebben geleid, wat op zichzelf pleitbaar was, dan zouden de algemene kosten geheel aftrekbaar zijn geweest, omdat eiseres geen andere prestaties verrichte en dan een pro rata van 100% had. De rechtbank vernietigt om die reden de boetebeschikkingen.

Rechtbank Gelderland, 7 juni 2016

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2016:3029