De bedrijfsactiviteiten van belanghebbende bestaan uit het voeren van een groothandel in kantoormeubelen en -artikelen. Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd van €36.902 alsmede een vergrijpboete van € 5.534.

Belanghebbende heeft met onderwijsinstelling X een overeenkomst gesloten teneinde gezamenlijk een aantal van haar werknemers te scholen richting leidinggeven, sales en zakelijke communicatie. Belanghebbende heeft aanspraak gemaakt op de afdrachtvermindering onderwijs. De inspecteur stelt dat belanghebbende daarop geen beroep kan doen omdat de gevolgde opleidingen niet zouden voldoen aan de vereiste voorwaarden en stelt dat sprake is van grove schuld. Omdat belanghebbende vertrouwd heeft op uitlatingen van onderwijsinstelling X, heeft de inspecteur de vergrijpboete gematigd tot 15% van de nageheven belasting.

Belanghebbende stelt dat sprake is van een pleitbaar standpunt. Hiertoe voert zij aan dat zij altijd overtuigd is geweest van de rechtmatigheid van de toepassing van de afdrachtvermindering en hierin werd gesteund door medewerkers van de onderwijsinstelling, die haar intensief hebben geadviseerd.

Naar het oordeel van de Rechtbank is geen sprake van een pleitbaar standpunt. De medewerkers van de onderwijsinstelling zijn deskundig op het gebied van onderwijs en opleidingen, maar zijn geen fiscaal deskundigen. Bovendien is belanghebbende expliciet erop gewezen dat de verantwoordelijkheid voor de toepassing van de afdrachtvermindering  volledig bij belanghebbende ligt en dat zij bij twijfel contact op diende te nemen  met een accountant of de Belastingdienst.

Het ontbreken van een deugdelijke administratie over de door de werknemers gevolgde beroepsopleidingen is naar het oordeel van de Rechtbank dermate onzorgvuldig, dat de handelwijze van belanghebbende als grove schuld moet worden gekwalificeerd. De Rechtbank ziet evenwel – ambtshalve – aanleiding om de vergrijpboete met 15% te verminderen, gelet op de overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Gelderland 11 april 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1963

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2017:1963