Belanghebbende is kentekenhouder van een motorrijtuig. Belanghebbende heeft de (rekening van de) motorrijtuigenbelasting voor twee verschillende tijdvakken niet tijdig betaald. Door de inspecteur zijn daarom twee verzuimboeten van € 158 opgelegd. In geschil is of deze twee verzuimboeten terecht zijn opgelegd.

Belanghebbende is van mening dat hij dubbel wordt gestraft voor hetzelfde vergrijp omdat hij eenmalig niet op tijd is geweest met het betalen van de motorrijtuigenbelasting en bovendien niet wist dat de betaalperiode door de Belastingdienst was opgedeeld in twee afzonderlijke rekeningen. Belanghebbende concludeert dat ten aanzien van de boeten materieel slechts sprake is van één verzuim, omdat het gaat om rekeningen met eenzelfde betaaldatum en ter zake van één auto.

De Rechtbank is van oordeel dat uit de wet de indeling in tijdvakken volgt en dat hieruit dus twee verschillende betalingsverplichtingen volgen. Dat de rekeningen eenzelfde betaaldatum hebben doet daar naar het oordeel van de Rechtbank niet van af en verwerpt het verweer van belanghebbende.

Hoewel belanghebbende voor de vierde maal in één jaar de verplichting tot tijdige betaling van de motorrijtuigenbelasting niet is nagekomen, ziet de Rechtbank aanleiding om één verzuimboete te matigen. De Rechtbank overweegt dat de boete van € 158 ruim 1.400% van de verschuldigde belasting (€ 11) bedraagt. Dit staat naar het oordeel van de Rechtbank niet in evenredige verhouding tot de ernst van de verwijtbare gedraging, namelijk een te late betaling van het bedrag van € 11. De Rechtbank neemt bij haar oordeel tevens in aanmerking dat indien belanghebbende – anders dan hier het geval was  – de belasting opzettelijk of grofschuldig te laat zou hebben betaald, hem ter zake van dat feit op grond van artikel 67f AWR een maximale (vergrijp)boete van € 11 had kunnen worden opgelegd. De Rechtbank matigt de boete – mede in overweging nemende dat belanghebbende vaker een dergelijk verzuim heeft begaan – naar € 52.

De boete van € 158 voor het andere tijdvak acht de Rechtbank passend en geboden.

Rechtbank Gelderland 20 september 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:4990

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2016:4990