Klaagster is werkzaam als notaris en zij heeft betrokkene, een (voormalig) accountant-administratieconsulent, in 2012 opdracht gegeven om de jaarrekening 2010 samen te stellen van het notariskantoor waarvoor zij werkzaam is. Daarnaast heeft betrokkene de gehele financiële administratie van de notaris overgenomen.

Klaagster verwijt de betrokkene onder meer dat hij een absurd hoog aantal uren heeft besteed aan zijn werkzaamheden. Voor een deel van de gedeclareerde werkzaamheden is deze klacht niet-ontvankelijk, nu is gebleken dat bij die facturen ook een urenspecificatie was overgelegd. Na ontvangst van die facturen was klaagster derhalve op de hoogte van de uren en de werkzaamheden waarop de facturen betrekking hadden. Voor deze uren geldt dat daarover buiten de termijn wordt geklaagd.

Voor zover de klachten wel ontvankelijk zijn, overweegt de Accountantskamer het volgende. De Accountantskamer heeft begrepen dat klaagster betrokkene verwijt dat hij niet efficiënt heeft gewerkt. Volgens klaagster had betrokkene boekingen en rapportages niet handmatig moeten uitvoeren, maar geautomatiseerd moeten genereren. Naar het oordeel van de Accountantskamer maakt de enkele omstandigheid dat betrokkene niet voor een dergelijke werkwijze heeft gekozen niet dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Voorts wordt betrokkene verweten dat hij beoordelingsverklaringen heeft verstrekt bij nooit samengestelde jaarrekeningen. In verschillende brieven zou betrokkene hebben verklaard dat hij de jaarrekeningen 2012 en 2014 heeft beoordeeld. Nu er geen jaarrekeningen zijn opgemaakt, heeft betrokkene volgens de Accountantskamer tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld.

Daarnaast worden de overige verwijten, inhoudende dat betrokkene zijn werkzaamheden voor het notariskantoor abrupt heeft beëindigd en dat hij gemaakte afspraken niet is nagekomen en dat hij in strijd met gemaakte afspraken in de boekhouding geen zakenadministratie heeft gevoerd, gegrond verklaard.

De overige klachten heeft klaagster onvoldoende onderbouwd en zijn door de Accountantskamer dan ook ongegrond verklaard. De Accountantskamer heeft geen maatregel opgelegd, nu betrokkene bij eerdere onherroepelijke beslissing de maatregel van doorhaling in de registers opgelegd heeft gekregen voor een periode van 10 jaar.

Accountantskamer 30 augustus 2017, ECLI:NL:TACAKN:2017:54

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2017/ECLI_NL_TACAKN_2017_54?DomeinNaam=accountants&Pagina=1&ItemIndex=2