Recentelijk zijn er bij de rechtbank in Amsterdam twee zaken behandeld waarin eisers verzochten om een schadevergoeding van hun banken omdat deze de Wwft niet zouden hebben nageleefd. In beide zaken zijn de rekeninghouders van de banken opgelicht door fraudeurs. Volgens eisers hadden de banken de betreffende transacties moeten melden als zijnde ongebruikelijke transacties in het kader van de Wwft. Door dit niet te doen zouden de banken hun zorgplicht niet zijn nagekomen en zijn zij verantwoordelijk voor de geleden schade. De vorderingen zijn evenwel in beide gevallen geheel afgewezen.

In beide zaken stelt de Rechtbank voorop dat de Wwft ertoe strekt om het witwassen van geld verkregen uit criminele activiteiten te voorkomen. Hieruit volgt dat de verplichting van de Wwft strekken ter bescherming van het algemene maatschappelijk belang en niet ter bescherming van een in beginsel onbeperkte groep van derden tegen vermogensschade die op een veelal niet te voorziene wijze kan ontstaan doordat een rekening wordt gebruikt voor frauduleus betalingsverkeer.

Dit betekent dat ook indien de banken steken zouden hebben laten vallen bij de naleving van de Wwft – hetgeen uit de stellingname van eisers niet valt af te leiden – dat deze publiekrechtelijke verplichtingen geen contractuele verplichtingen zijn jegens eisers. Het niet nakomen daarvan levert dan ook geen wanprestatie op jegens eisers. De vorderingen kunnen dus niet op grond van een gestelde schending van de Wwft worden toegewezen.

Rechtbank Amsterdam, 9 mei 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:2984 en ECLI:NL:RBAMS:2018:2985

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2018:2984&showbutton=true&keyword=wwft

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2018:2985