Betrokkene was accountant van een beleggingsmaatschappij in onroerend goed. De curator verwijt de accountant onder meer dat hij aanwijzingen voor fraude negeerde, geen Wwft-melding heeft gedaan en een bankrekening van het kantoor ter beschikking heeft gesteld aan de beleggingsmaatschappij.

Volgens de Accountantskamer kan het openen van een derdengeldrekening voor het storten van gelden door investeerders in de beleggingsmaatschappij, een bedreiging vormen voor de naleving van het fundamentele beginsel van integriteit of dat van professioneel gedrag. De accountant heeft naar het oordeel van de Accountantskamer voldoende waarborgen getroffen om te voorkomen dat zijn professioneel of zakelijk oordeel wordt aangetast door ongepaste beïnvloeding door zijn cliënt. In zoverre is de klacht ongegrond.

In januari 2010 bleek evenwel dat een dividendovereenkomst van de klant van betrokkene was geprint op briefpapier van een bank. Betrokkene kreeg van deze bank de opdracht te onderzoeken of er meer dividendovereenkomsten op briefpapier van de bank waren opgesteld. In totaal werden 14 opgestelde dividendovereenkomsten gevonden. Op 8 daarvan was de bank als contractspartner vermeld en niet, zoals had gemoeten, de beleggingsmaatschappij. Dit incident is gemeld bij het AFM. Vervolgens zijn er correcties aangebracht in de boekhouding van de beleggingsmaatschappij. Ter zitting heeft betrokkene verklaard dat de correcties (voornamelijk) voortkomen uit een reconstructie van de beleggersadministratie en de kastransacties aan de hand van destijds alsnog te voorschijn gekomen dividendovereenkomsten en kaskwitanties.

Volgens de Accountantskamer waren deze dividendovereenkomsten een duidelijke aanwijzing van fraude en had de accountant nader onderzoek moeten doen. De reconstructie heeft omvangrijke kastransacties aan het licht gebracht. De ernst van de bevindingen bij de reconstructie had betrokkene ertoe moeten brengen om de opdracht tot het samenstellen van de jaarrekeningen van de beleggingsmaatschappij terug te geven, omdat dat samenstellen van de jaarrekeningen niet met de van een accountant verlangde zorgvuldigheid kon plaatsvinden.

De omvangrijke kastransacties gaven volgens de Accountantskamer eveneens aanleiding voor het doen van een Wwft-melding. De Accountantskamer gaat niet mee in het verweer van de accountant dat hij daartoe niet zou zijn gehouden, omdat dit zou worden gedaan door medewerkers van het assurantiekantoor. De Accountantskamer acht in deze klachtzaak de maatregel van berisping passend en geboden.

Bron:
Accountantskamer 11 april 2016, ECLI:NL:TACAKN:2016:29

http://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI_NL_TACAKN_2016_29