Gedaagde is accountant en verrichte werkzaamheden voor eiseres, zoals het samenstellen van jaarrekeningen en het opstellen van publicatiestukken. Eiseres vordert – samengevat – voor recht te verklaren dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Daarnaast vordert eiseres gedaagde te veroordelen tot vergoeding van de door eiseres geleden schade, nader op te maken in een schadestaatprocedure.

In de publicatiestukken ontbrak sinds 2010 een post agioreserve ter waarde van € 290.000. Het missende bedrag werd door de Kamer van Koophandel op eigen initiatief opgeteld bij de post overige reserves. In 2014 stopte de Kamer van Koophandel hiermee, waardoor het eigen vermogen vanaf dat moment niet meer aansloot bij het balanstotaal van de gepubliceerde balans.

Door het te lage eigen vermogen leek het alsof de solvabiliteit en liquiditeit van eiseres in geding waren. Dit werd pas ontdekt toen een klant op het laatste moment afhaakte, omdat de kredietwaardigheid van eiseres onvoldoende leek. Een tweede klant moest – in deze te behouden – noodgedwongen een fikse korting worden verleend.

In een eerdere tuchtrechtzaak had de Accountantskamer overwogen dat gedaagde een fout had gemaakt. Er was echter geen maatregel opgelegd, omdat niet was gebleken dat gedaagde de fout bewust had gemaakt. Verder was het totale eigen vermogen wel correct opgenomen, hoewel deze subpost ontbrak.

De rechtbank oordeelt, met verwijzing naar het oordeel van de Accountantskamer, dat gedaagde “niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van een redelijk bekwame en redelijk handelende accountant in de onderhavige omstandigheden mocht worden verwacht.” De rechtbank concludeert dat gedaagde hiermee toerekenbaar tekort is geschoten in het nakomen van haar verplichtingen.

Gedaagde voert ter weerlegging onder meer aan dat er geen causaal verband bestaat tussen de geleden schade en zijn fout. Deze stelling wordt door de rechtbank van tafel geveegd, aangezien er zonder de fout van gedaagde geen onjuiste gegevens zouden zijn gepubliceerd, waarmee het causaal verband zou vaststaan. Wat betreft de vaststelling van de eigen schuld van eiseres als publicatieplichtige, verwijst de rechtbank de zaak door naar een schadestaatprocedure.

De vordering aangaande de verwijzing naar de schadestaatprocedure is in beginsel toewijsbaar. De verwijzing naar de schadestaatprocedure dient echter achterwege te blijven indien de rechtbank de schade reeds nu zelf kan begroten. De rechtbank ziet daarvoor evenwel onvoldoende aanknopingspunten.

De rechtbank veroordeelt gedaagde tot vergoeding van de door eiseres geleden en nader op te maken schade.

Rechtbank Limburg 31 mei 2017,ECLI:NL:RBLIM:2017:4830

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2017:4830