De verdachte in deze zaak staat terecht voor deelname aan grootschalige, internationale btw-carrouselfraude. Hij wordt beschuldigd van het plegen van valsheid in geschrift, belastingfraude, witwassen en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank acht bewezen dat X BV zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijk onjuist doen van aangiftes. De vraag is (onder andere) of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feitelijk leiding geven aan het door X BV opzettelijk onjuist of onvolledig indienen van aangiftes omzetbelasting.

De rechtbank neemt in overweging dat verdachte nieuwe ploffers aanleverde, meedeelde in de winst, facturen kreeg toegestuurd en zeggenschap heeft gehad in het betaalverkeer van X BV. De verdachte heeft hiermee het oogmerk gehad op de verboden gedraging en moet als feitelijk leidinggevende van X BV worden aangemerkt, aldus de rechtbank. De rechtbank oordeelt dat bij verdachte het oogmerk op de verboden gedragingen daarmee aanwezig was en dat hij als feitelijke leidinggevende van X BV kan worden aangemerkt.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar wegens het feitelijk leiding geven aan het valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie van X BV en het opzettelijk onjuist doen van de aangiftes omzetbelasting van X BV, het meermalen schuldig maken aan gewoontewitwassen en het hebben bijgedragen aan een criminele organisatie.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2020:1436