Aan belanghebbende zijn zestien naheffingsaanslagen Wet belasting zware motorvoertuigen (BZM) alsook zestien verzuimboetes van elk € 246 opgelegd. In hoger beroep verklaart het Hof de beroepen tegen al deze naheffingsaanslagen en boetes ongegrond. Belanghebbende heeft in Nederland gebruik gemaakt van de autosnelweg, terwijl voor aanvang van het gebruik niet de verschuldigde BZM op aangifte is voldaan.

Voor het opleggen van deze verzuimboetes is niet vereist dat er sprake is van schuld of opzet, de enkele constatering dat sprake is van een verzuim is voldoende. Van belanghebbende als transportondernemer mag verwacht worden dat hij bekend is met het systeem van heffing van de BZM. Desondanks is verzuimd de verschuldigde belasting tijdig op aangifte te voldoen. Door de mogelijkheid om de belasting per dag te betalen is een relatief hoge boete gerechtvaardigd om nakoming van de fiscale verplichtingen af te dwingen, zodat een boete van € 246 per verzuim niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Het maakt ook niet uit dat er enige tijd is verstreken tussen de overtredingen en het opleggen van de naheffingsaanslagen en verzuimboetes. Conform de afspraken tussen de belastingdienst en de transportbranche zijn de naheffingsaanslagen uiterlijk binnen drie maanden na de controle datum opgelegd. Belanghebbende komt overigens niet in aanmerking voor het matigingsbeleid omdat niet aan alle vereisten is voldaan.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 juni 2015

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2015:2367