Betrokkene, registeraccountant en accountant-administratieconsulent, kreeg van zijn achterbuurman het verzoek om mee te denken over de wijze van vaststelling van de waarde van aandelen van een vennootschap. Op basis van hem toegestuurde balansen en winst- en verliesrekeningen heeft betrokkene een excelmodel gemaakt met een overzicht van de waarde van de betreffende vennootschap. Dit excelmodel heeft uiteindelijk de basis gevormd voor de bepaling van de koopprijs van de aandelen. De verkopers zijn vervolgens met de koper in een civielrechtelijk geschil geraakt, omdat deze koopprijs te hoog zou zijn vastgesteld.

Betrokkene heeft volgens klaagster (één van de verkopers) gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels, omdat hij de door hem aangeleverde cijfers onvoldoende heeft doorgrond en de waardering zonder een controle van de cijfers heeft afgegeven, terwijl hij wist dat klaagster deze cijfers bij de verkoop van de aandelen zou gebruiken en aan de koper zou verstrekken.

De Accountantskamer is van oordeel dat betrokkene niet (tijdig) heeft onderkend dat de opdracht, ondanks haar beperkte reikwijdte, kwalificeerde als een opdracht voor de uitvoering waarvan voldaan moest worden aan de voorschriften van Standaard 5500N, waardoor is vereist dat een gegeven opdracht schriftelijk wordt vastgelegd. In de opdrachtbevestiging had betrokkene de intentie van de opdracht, inhoudende het globaal bepalen van een waarde, met de in de wet voorgeschreven elementen moeten opnemen. Indien, zoals betrokkene naar voren heeft gebracht, de verkregen informatie beperkt en om die reden ontoereikend was, had het op zijn weg gelegen om zijn cliënt tijdig in te lichten dat hij de overeengekomen werkzaamheden niet kon uitvoeren. Dit heeft hij niet gedaan. De maatregelen die betrokkene bij het verstrekken van het excelmodel heeft getroffen (het kwalificeren van de waardering als globale waardering, het wijzen op de verstrekte beperkte informatie, geen gebruik maken van een formele rapportage op officieel briefpapier of een anderszins op formele wijze uitgevoerde waardering) kwalificeren niet als toereikend.

Volgens klaagster wist betrokkene dat zijn rapportage mede bedoeld was om aan de koper ten behoeve van de verkoop te verstrekken, althans in te brengen bij verkooponderhandelingen en treft hem te meer een verwijt omdat hij dat heeft veronachtzaamd. Betrokkene heeft betwist dat klaagster hem op de hoogte heeft gesteld van het feit dat zij zijn waardering op die wijze zou gebruiken. Nu een toereikende onderbouwing hiervoor ontbreekt, heeft klaagster dit standpunt niet aannemelijk gemaakt zodat dit verwijt geen doel treft.

De Accountantskamer heeft betrokkene een maatregel van waarschuwing opgelegd.

Accountantskamer 19 januari 2018, ECLI:NL:TACAKN:2018:2

http://tuchtrecht.overheid.nl/nieuw/accountants/uitspraak/2018/ECLI_NL_TACAKN_2018_2