De betrokkene, een registeraccountant , verzorgt in zijn vrije tijd tegen vergoeding aangiften IB en OB voor kennissen en personen die via anderen bij hem terecht gekomen zijn. De accountant verzorgde al jaren de boekhouding en de aangiftes IB en OB van klagers, die als zelfstandigen werkzaam zijn in de bouw. Na een conflict tussen de accountant en klagers over de afbouw in het woonhuis van de accountant en de facturen voor de werkzaamheden van de accountant, weigert de accountant vervolgens de stukken die klagers hem met het oog op het indienen van hun belastingaangifte hebben overhandigd, terug te geven. Hiermee heeft betrokkene volgens klagers gehandeld in strijd met de voor hem geldende gedrags- en beroepsregels. Daarnaast zou de accountant de aangiften IB en OB hebben ingediend, zonder deze vooraf met klagers te hebben besproken.

De Accountantskamer stelt voorop dat het klagers gaat om stukken uit hun eigen administratie, die niet door betrokkene zijn opgesteld. Klagers hebben en hadden dan ook recht op teruggave van deze stukken. Klagers hebben immers een bewaarplicht en een administratieplicht en moeten daarom te allen tijde over hun stukken kunnen beschikken. Betrokkene heeft in zijn verweer miskend dat het retentierecht uitsluitend ziet op door de accountant opgestelde stukken, in welk geval volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer een belangenafweging dient te worden gemaakt alvorens het retentierecht wordt uitgeoefend. Of betrokkene zich terecht op het standpunt stelt dat hem een retentierecht toekwam, kan gezien het vorenstaande dan ook in het midden worden gelaten.

Ten aanzien van het indienen van de aangiften overweegt de Accountantskamer dat betrokkene uit het oogpunt van een zorgvuldige uitvoering van zijn werkzaamheden, vooraf aan klagers toestemming had moeten vragen voor het indienen van de aangiften voorafgaand aan de bespreking hiervan. Dat klagers hier nimmer een probleem van hebben gemaakt, zoals betrokkene stelt, doet hieraan niet af. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de accountant om de belangen van zijn cliƫnten op een zorgvuldige wijze te behartigen.

De Accountantskamer acht de maatregel van waarschuwing passend geboden.

Bron:
Accountantskamer 22 april 2016, ECLI:NL:TACAKN:2016:32

http://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI__NL__TACAKN__2016__32