De rechtbank heeft verdachte integraal vrijgesproken van witwassen. Verdachte heeft tezamen met zijn zus en broer bij de Belastingdienst aangegeven te willen inkeren op een door hen, als erfgenamen, verkregen vermogen. Na het inkeerverzoek heeft de belastingdienst vragenbrieven verstuurd om meer informatie over o.a. de herkomst van het vermogen te verkrijgen.

De rechtbank dient in de eerste plaats te onderzoeken of wettig en overtuigend kan worden bewezen dat het bij de Zwitserse bank ondergebrachte vermogen uit enig misdrijf afkomstig is. Verdachte wist dat zijn vader veroordeeld was wegens fraude. Het enkele feit dat veroordeeld was voor onder meer fraude en dat er nu een zeer groot bedrag op een Zwitserse bankrekening boven water komt dat mede aan verdachte toekomt en waarvan de herkomst niet volledig helder is, is onvoldoende voor de conclusie dat het niet anders kan dan dat dat geld van misdrijf afkomstig is.

Ten aanzien van de inbeslaggenomen voorwerpen dienen deze te worden teruggegeven voor zover deze nog niet zijn teruggegeven en voor zover daar geen conservatoir beslag op rust.

Rechtbank Gelderland, 9 juli 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4470

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:4470