Verdachte, voormalig gemeenteraadslid, wordt verweten dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan twee stichtingen waarvoor hij alleen en zelfstandig bevoegd was, die belastingfraude pleegden. Vervolgens zou het daarvan afkomstige geld zijn witgewassen door het over te boeken naar andere (privé)rekeningen.

Naar het oordeel van de Rechtbank heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan btw-fraude en gewoontewitwassen. Verdachte heeft jarenlang, ieder kwartaal, opzettelijk ten onrechte omzetbelasting teruggevraagd en heeft dat geld vanaf de rekeningen van zijn stichtingen overgeboekt naar onder meer zijn privérekening en rekeningen van zijn gezinsleden. Het benadelingsbedrag voor de Nederlandse Staat bedraagt ruim € 300.000.

Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de Rechtbank in zijn nadeel rekening met de omstandigheid dat verdachte als voormalig gemeenteraadslid een voorbeeldfunctie bekleedde, en in die rol mee besliste over de besteding van middels belastingheffing verkregen publieke middelen. Daartegenover heeft hij jarenlang de gemeenschap benadeeld door een eerlijke belastingheffing te frustreren met het doen van onjuiste aangiften en het privé aanwenden van de verkregen belastinggelden . De Rechtbank merkt op dat het onderwerp integriteit van politieke ambtsdragers de afgelopen jaren frequent aandacht heeft gekregen. Verdachte heeft met zijn handelen het aanzien van het openbaar bestuur beschadigd.

Anderzijds houdt de Rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte op zijn 63e jaar nog niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. De Rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf.

De Rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2019:2544