Belanghebbende drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. De activiteiten van belanghebbende bestaan uit de handel in gebruikte auto’s. In 2014 is een boekenonderzoek ingesteld waarbij de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting is onderzocht. Het gaat onder andere om het jaar 2013, waarover een omzet van € 2.074.868 is aangegeven.

Belanghebbende is uitgenodigd, herinnerd en aangemaand tot het doen van aangifte inkomstenbelasting over 2013. Belanghebbende heeft geen aangifte over 2013 ingediend.

Het Hof stelt vast dat belanghebbende is uitgenodigd tot het doen van aangifte inkomstenbelasting en dat hij derhalve gehouden was die aangifte te doen. Na belanghebbende te hebben herinnerd aan zijn verplichting tot het doen van aangifte, heeft de inspecteur belanghebbende aangemaand uiterlijk op 8 december 2014 aangifte te doen. Belanghebbende heeft die termijn onbenut voorbij laten gaan. Belanghebbende heeft eerst aangifte gedaan nadat de (ambtshalve) aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2013 was opgelegd.

Ter onderbouwing van de hoogte van de aanslag heeft de inspecteur toegelicht dat hij is uitgegaan van de omzet zoals die blijkt uit het boekenonderzoek en het onderzoek dat is gedaan naar het brutowinstpercentage wat bij de onderneming van belanghebbende past. Het Hof is van oordeel dat de schatting van de inspecteur de redelijkheidstoets kan doorstaan en dat geen sprake is van willekeur.

Naar het oordeel van het Hof is aan belanghebbende terecht een verzuimboete van € 226 opgelegd wegens het niet (tijdig) doen van aangifte inkomstenbelasting. Voor het opleggen van een dergelijke boete is opzet of grove schuld geen vereiste. Bij afwezigheid van alle schuld (avas) is voor het opleggen van een verzuimboete echter geen plaats. Het is aan belanghebbende om aannemelijk te maken dat sprake is van avas. Belanghebbende is herinnerd en aangemaand voor het doen van aangifte, maar heeft niet tijdig aan zijn aangifteverplichting voldaan. Dat belanghebbende ten onrechte meende dat hij geen aangifte behoefde te doen omdat hij in een verliessituatie verkeerde, dient voor zijn rekening te komen.

Het Hof acht de verzuimboete van € 226 passend en geboden en ziet geen aanleiding tot matiging van de boete.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:5044