Belanghebbende is door de inspecteur uitgenodigd, (na verleend uitstel) herinnerd en aangemaand tot het doen van aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2016. In de aanmaning stond vermeld dat de aangifte uiterlijk 17 november 2017 binnen moet zijn en anders een boete kan worden opgelegd van € 369.

Belanghebbende heeft op 17 november 2017 om 23:59:29 haar aangifte elektronisch verstuurd. De inspecteur heeft de aangifte op 18 november 2017 om 00:00:08 ontvangen. De inspecteur heeft – vanwege het niet tijdig indienen van aangifte inkomstenbelasting – een verzuimboete opgelegd van € 369.

In geschil is of de verzuimboete terecht is opgelegd.

De Rechtbank overweegt dat in de aanmaning duidelijk is vermeld dat de aangifte uiterlijk 17 november 2017 bij de inspecteur binnen moest zijn en dus door de inspecteur uiterlijk op die dag moest zijn ontvangen. De aangifte is op 18 november 2017 binnengekomen bij de inspecteur. De aangifte is daarmee niet tijdig ingediend. Dat de aangifte wel is verzonden op 17 november 2017 doet daar naar het oordeel van de Rechtbank niets aan af.

Van afwezigheid van alle schuld acht de Rechtbank geen sprake. Door de aangifte pas op het allerlaatste moment elektronisch te verzenden, is bewust het risico genomen dat deze te laat zou kunnen worden ontvangen.

De boete acht de Rechtbank verder passend en geboden. Omstandigheden op grond waarvan de boete zou moeten worden gematigd zijn niet gesteld of gebleken.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2018:14063