Aan belanghebbende is door de inspecteur een boetebeschikking opgelegd van € 158 ter zake van het niet tijdig voldoen van motorrijtuigenbelasting. De verzuimboetebeschikking is in geschil.

Belanghebbende stelt dat hij de motorrijtuigenbelasting al jaren aan een tussenpersoon betaalt en dat deze tussenpersoon de motorrijtuigenbelasting maandelijks door gebruikmaking van internetbankieren overmaakt. De gewraakte betaling is volgens hem tussen wal en schip beland en door problemen van de tussenpersoon met zijn computer te laat overgemaakt.

De Rechtbank stelt voorop dat bij afwezigheid van alle schuld (avas) een boete achterwege dient te blijven. Daarvan is naar het oordeel van de Rechtbank alleen sprake als belanghebbende geen enkel verwijt kan worden gemaakt en de bewijslast ter dier zake rust op belanghebbende.

De Rechtbank overweegt dat met vrucht een beroep op avas kan worden gedaan indien belanghebbende stelt – en bij betwisting aannemelijk maakt – dat hij alle in de gegeven omstandigheden van hem in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verschuldigde bedrag tijdig op de rekening van de Belastingdienst is bijgeschreven.

Naar het oordeel van de Rechtbank mocht belanghebbende, gezien de langlopende afspraak met de tussenpersoon en waarvan het bestaan niet door de inspecteur is bestreden, erop vertrouwen dat betaling van de verschuldigde motorrijtuigenbelasting tijdig en op de juiste wijze zou plaatsvinden.

De Rechtbank vernietigt de verzuimboete in verband met avas.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 augustus 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:5071

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2016:5071