Aan belanghebbende is een verzuimboete van € 158 opgelegd wegens het niet tijdig betalen van de motorrijtuigenbelasting. In geschil is onder meer of de verzuimboete terecht is opgelegd.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat hij de rekening motorrijtuigenbelasting niet heeft ontvangen, zodat er geen uiterste betaaldatum is bepaald en om die reden geen verzuimboete kon worden opgelegd.

De inspecteur stelt dat de rekening motorrijtuigenbelasting wel is verzonden aan belanghebbende en heeft daarvoor een systeemprint ingebracht. Bovendien staat vast dat belanghebbende de belasting (te laat) heeft betaald met vermelding van het betalingskenmerk van de rekening. Dit laatste kan naar het oordeel van de Rechtbank tot geen andere conclusie leiden dan dat belanghebbende de rekening wel heeft ontvangen. Nu de verschuldigde belasting niet voor de uiterste betaaldatum is betaald, is de verzuimboete naar het oordeel van de Rechtbank terecht opgelegd.

De verzuimboete was in bezwaar reeds verminderd tot € 52 door de inspecteur.

Rechtbank Den Haag 2 juni 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:6203

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2017:6203