In een kort geding tegen ING oordeelt de voorzieningenrechter dat het weigeren van ING om aan een coffeeshophouder een zakelijke rekening te verstrekken niet onrechtmatig is. Ondanks dat de gronden waarop ING geen rekening wilde verstrekken niet slagen, handelt de bank niet onrechtmatig omdat de coffeeshophouder niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij geen andere bank een zakelijke rekening kon openen.

ING heeft meerdere verzoeken van een coffeeshophouder tot het openen van een zakelijke rekening geweigerd. Aan deze beslissing legt ING onder meer ten grondslag dat de coffeeshop beschoten is en de coffeeshophouder zijn privérekening heeft gebruikt ten behoeve van de exploitatie van de coffeeshop.

In het geschil bij de voorzieningenrechter staat centraal of ING kan worden verplicht om een zakelijke rekening te verstrekken aan de coffeeshophouder. De voorzieningenrechter stelt voorop dat enkel het feit dat het gaat om een coffeeshop, niet kan leiden tot het weigeren van een bankrelatie. Verder overweegt de voorzieningenrechter dat ten tijde van de beschieting, meerdere coffeeshops in Amsterdam zijn beschoten en niets erop duidt dat dit specifiek was gericht tegen eiser. Daar komt bij dat bij de coffeeshop de Bibob-toets telkens is doorgekomen, uit onderzoek van de registeraccountant blijkt dat geen sprake is van onregelmatigheden en uit een controle van de Belastingdienst geen correcties zijn voortgekomen.

Daarnaast stelt ING dat het vertrouwen in de coffeeshophouder ontbreekt, omdat hij zijn privérekening voor zakelijke doeleinden heeft gebruikt en zijn bankpas en pincode aan zijn broer zou hebben gegeven. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat – hoewel in strijd met de voorwaarden van ING – het zakelijk gebruik van de privérekening begrijpelijk is, aangezien girale betalingen noodzakelijk zijn voor instanties en grote hoeveelheden contant binnen de coffeeshop veiligheidsrisico’s met zich brengen. Het feit dat de coffeeshophouder de bankpas en -code aan zijn broer heeft verstrekt zodat hij de coffeeshop kon runnen toen aanvrager in het buitenland zat, is niet dermate onzorgvuldig dat geen zakelijke rekening kan worden verstrekt.

Desondanks oordeelt de voorzieningenrechter dat het weigeren van ING om een zakelijke rekening te verstrekken niet onrechtmatig was. De coffeeshophouder heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat hij bij geen andere systeembank (Rabobank of SNS Bank) een zakelijke rekening kon openen. Hierdoor is het niet aannemelijk geworden dat hij bij geen andere bank terecht kon en wordt de vordering van eiser afgewezen.

Rechtbank Amsterdam 2 februari 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:358.