Door het Hof is ten aanzien van alle verdachten bewezenverklaard dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie, die zich bezig hield met oplichting van de Belastingdienst en aan witwassen van de daaruit verkregen geldbedragen.
Verdachten hebben burgerservicenummers, DigiD-gebruikersnamen en -wachtwoorden, bankpasjes en pincodes van (vaak onwetende) personen verkregen en hebben hiermee – langs digitale weg – aanvragen of wijzigingen ten behoeve van toeslagen doorgevoerd en het hieruit verkregen geld van de Belastingdienst doorgestort op (andere) bankrekeningen en/of contant opgenomen. De Belastingdienst en derden zijn hierdoor benadeeld. Deze derden wisten niet van de aanvragen en wijzigingen en zagen zich geconfronteerd met het niet meer ontvangen van voor hen vaak essentiële toeslagen of met een naheffing wegens onterecht uitgekeerde toeslagen.
Het Hof overweegt dat sprake is van een criminele organisatie. Daaronder wordt verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen de verdachten en ten minste één andere persoon. Ingeval van ‘deelnemen’ dient men te behoren tot het samenwerkingsverband en een aandeel te hebben in, of ondersteuning te bieden aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van deze organisatie, hetgeen opzet veronderstelt.
Het Hof veroordeelt twee verdachten – in afwijking van de eis van de Advocaat-Generaal tot 42 maanden gevangenisstraf en ten aanzien van één van de twee ook tot het opleggen van een geldboete – tot een gevangenisstraf van 23 maanden.
Door het Hof is ten aanzien van de derde verdachte naast het voorgaande ook bewezenverklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte. De aanvragen ten behoeve van bepaalde toeslagen kunnen volgens het Hof worden aangemerkt als valse geschriften. Het Hof veroordeelt deze verdachte –in afwijking van de eis van de Advocaat-Generaal tot 36 maanden gevangenisstraf en het opleggen van een geldboete – tot een gevangenisstraf van 17 maanden.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen gelden overweegt het Hof dat het om conservatoir inbeslaggenomen gelden gaat, welke niet verbeurd verklaard kunnen worden. De inbeslaggenomen GSM’s worden wel verbeurdverklaard, nu het voorwerpen betreffen met behulp waarvan het bewezen verklaarde is begaan of voorbereid.
Gerechtshof Den Haag, 10 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1890, 1891 en 1892
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:1890
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:1891
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2015:1892