Rechtbank Overijssel veroordeelt een voormalig belastinginspecteur tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor het plegen van belastingfraude in de omzetbelasting, het onjuist publiceren van jaarstukken en het plegen van valsheid in geschrifte. De betrokken accountant is veroordeeld voor het medeplegen van het doen van een onjuiste aangifte omzetbelasting.

Verdachte is een oud-belastinginspecteur die van plan was om een gespecialiseerd ziekenhuis te ontwikkelen. Om dit te realiseren is door een gemeente en het bedrijf van verdachte in 2009 een koopovereenkomst voor de aankoop van grond voor een bedrag van € 3.300.000 excl. btw en overdrachtsbelasting. De leveringsakte voor de grond is nooit meer gepasseerd. Het bedrijf van verdachte heeft vervolgens wel € 597.949 aan voorbelasting teruggevraagd met betrekking tot de aankoop van de bouwgrond.

Omdat verdachte degene was die de opdracht heeft gegeven om de aangifte omzetbelasting voor het bedrijf te verzorgen terwijl hij wist dat de levering van de grond nog niet had plaatsgevonden, heeft de verdachte opzet gehad op het doen van onjuiste aangifte omzetbelasting. Het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte omzetbelasting acht de Rechtbank dan ook bewezen. Bovendien is dit feit volgens de Rechtbank in vereniging met de accountant gepleegd. Door de volledige koopsom van de grond in vooraftrek te nemen heeft de accountant naar het oordeel van de Rechtbank op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op medeplegen van het doen van onjuiste aangifte omzetbelasting.

Daarnaast oordeelt de Rechtbank dat gezien de fiscale opleiding en zijn voormalige functie als belastinginspecteur, de verdachte moet hebben geweten dat de grond niet als actiefpost op de balans mocht worden vermeld. De Rechtbank acht bewezen dat verdachte opzettelijk een onware balans openbaar heeft gemaakt en een onware toelichting heeft gegeven op die stukken en valsheid in geschrifte. Verder heeft de Rechtbank verdachte veroordeeld voor valsheid in geschrifte.

Als strafverzwarende omstandigheid merkt de Rechtbank aan dat verdachte een fiscale opleiding heeft genoten en in het verleden inspecteur bij de Belastingdienst is geweest. Daarbij gaat het volgens de Rechtbank om een benadelingsbedrag van € 1 miljoen. Mede rekening houdend met het overschrijden van de redelijke termijn acht de Rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden passend en geboden.

Rechtbank Overijssel 14 oktober 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:3830.