Belanghebbende exploiteert een adviesbureau. De enig aandeelhouder en enig bestuurder van belanghebbende verricht als interim manager zijn diensten aan bedrijven en organisaties. Belanghebbende heeft over de tijdvakken in 2014 nihilaangiftes loonheffingen gedaan.

Uit een boekenonderzoek ingesteld door de inspecteur is naar voren gekomen dat belanghebbende ten onrechte het gebruikelijke loon van de enig aandeelhouder niet heeft toegekend voor het jaar 2014. De inspecteur heeft een correctieverplichting van € 25.000 opgelegd. Belanghebbende is de correctieverplichting niet nagekomen. De inspecteur heeft ten aanzien van de correctie een vergrijpboete opgelegd van 25%.

In geschil is onder meer of de vergrijpboete terecht en tot een juist bedrag is opgelegd.

Wat betreft de boete is de inspecteur van mening dat belanghebbende als indiener van de loonaangiftes behoorde te weten dat de gebruikelijkloonregeling bestond en had zich daarin moeten verdiepen. De inspecteur wijst erop dat de aandeelhouder namens belanghebbende optreedt als organisatieadviseur en een achtergrond heeft als registeraccountant.

De Rechtbank acht het niet aannemelijk dat belanghebbende aanleiding had zich nader in de regelgeving te verdiepen en/of op dit punt nadere inlichtingen in te winnen. Dit volgt ook niet uit de omstandigheid dat de bestuurder van belanghebbende optrad als organisatieadviseur en een opleiding had als registeraccountant. De Rechtbank vernietigt de vergrijpboete.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2020:1425