Betrokkene heeft als accountant een jaarrekening en een beoordelingsverklaring opnieuw en ongewijzigd voorgelegd aan een algemene vergadering van aandeelhouders. Er wordt onder meer geklaagd dat betrokkene daarbij niet heeft vermeld dat over de betreffende jaarrekening een procedure aanhangig was bij de Accountantskamer. Ook wordt betrokkene verweten geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben, terwijl dit wel is vereist.

De Accountantskamer oordeelt dat betrokkene in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van integriteit. Hij had de aandeelhouders erop moeten wijzen dat er in een tuchtprocedure werd geklaagd dat hij als accountant betrokken is bij informatie die mogelijk materieel onjuist, onvolledig of misleidend is, en dat nog niet op die klacht was beslist.

Omdat betrokkene als enige accountant verbonden was aan zijn kantoor is hij aan te merken als dagelijks beleidsbepaler. In die hoedanigheid rustte op hem de verplichting zorg te dragen voor een beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het kantoor. Omdat betrokkene ook dit heeft nagelaten heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

De klachten worden in zoverre gegrond verklaard en de Accountantskamer legt de maatregel van berisping op.

Bron

Accountantskamer 2 september 2016, ECLI:NL:TACAKN:2016:89

http://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI__NL__TACAKN__2016__89