Aansprakelijkheid kent geen zelfstandige verjaringstermijn; het recht op invordering van de belastingschuld en de aansprakelijkstelling lopen samen. De vordering tot betaling van een belastingschuld verjaart na vijf jaar, maar deze termijn kan worden verlengd door uitstel van betaling of worden gestuit door een duidelijke mededeling van de Ontvanger. Een bijzondere situatie ontstaat echter wanneer de oorspronkelijke belastingschuldige niet meer bestaat en de aansprakelijkgestelde bestuurder om uitstel van betaling vraagt. De vraag die dan rijst is of dit verleende uitstel ook geldt voor de onderliggende belastingschuld, die al door het faillissement buiten werking is geraakt?
In deze zaak werd de voormalig bestuurder van twee failliete vennootschappen aansprakelijk gesteld voor onbetaalde naheffingsaanslagen in de loonheffingen. De bestuurder had eerder uitstel van betaling gevraagd voor de aansprakelijkstelling in de beroepsprocedure. De vraag die zich voordeed was of dit uitstel ook de verjaring van de onderliggende belastingschuld beïnvloedde. De Ontvanger betoogde dat de verjaringstermijn voor de belastingschuld automatisch werd verlengd door het verleende uitstel aan de bestuurder.
In zijn conclusie overweegt A-G Koopman dat de aansprakelijkheidsschuld geen zelfstandige verjaringstermijn kent en volledig afhankelijk is van de verjaring van de belastingschuld. Als de belastingschuld verjaart, vervalt ook de aansprakelijkheid. Dit houdt in dat, hoewel de bestuurder uitstel kreeg voor de aansprakelijkstelling, dit niet automatisch ook leidt tot verlenging van de verjaringstermijn van de belastingschuld zelf. Daarnaast laat de A-G zich ook nog uit over een ambtshalve uitstel van betaling voor een belastingaanslag. Het ambtshalve verlenen van uitstel van betaling strookt volgens A-G Koopman niet met het zorgvuldigheidsbeginsel, waarmee wordt voorkomen dat de Ontvanger de verjaringstermijn kan verlengen zonder medeweten of instemming van de aansprakelijkgestelde.
De A-G meent dat het hof terecht heeft geoordeeld dat de belastingschuld was verjaard en dat de aansprakelijkstelling dus dient te vervallen.
Parket bij de Hoge Raad, 13 september 2024, ECLI:NL:PHR:2024:936.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:PHR:2024:936