Belanghebbende is eigenaar van een telefoonwinkel, waarvan de activiteiten bestaan uit het bemiddelen in telefoonabonnementen voor een mobiele telefoon tussen een telecomprovider en consument waarbij de levering van een mobiele telefoon is inbegrepen.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur geconcludeerd dat sprake was van aansluitverschillen tussen de boekhouding en de aangiften, van enkele onjuiste facturen en van het niet doen van suppletieaangiften in verband met herrekeningen die op de balans waren opgenomen. Verder heeft de inspecteur de aftrek van voorbelasting op creditfacturen gecorrigeerd, omdat geen sprake was van het terugleveren van telefoons. Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd en vergrijpboetes, welke in geschil zijn.

De inspecteur heeft vergrijpboetes opgelegd van 25% van de nageheven omzetbelasting, omdat als gevolg van grove schuld geen belasting is betaald alsmede omdat de herrekende omzetbelasting die bleek uit de balans niet alsnog is aangegeven met behulp van suppletieaangiften.

De Rechtbank stelt vast dat voor 2012, 2013 en 2014 twee boetes zijn opgelegd voor hetzelfde feitencomplex, namelijk het niet alsnog aangeven en het niet-betalen van de herrekende omzetbelasting die volgde uit de balans van de onderneming. Beide boetes bedragen 25% van het te weinig betaalde bedrag.

Op zichzelf is dit naar het oordeel van de Rechtbank mogelijk, omdat het om twee verschillende verwijten gaat. Voor de strafmaat moet echter wel rekening worden gehouden met de omstandigheid dat op deze manier in feite een boete van 50% van de te weinig betaalde belasting is opgelegd. Gezien de omstandigheden van dit geval ziet de Rechtbank aanleiding om de boetes te matigen tot in totaal 25% van de verschuldigde belasting. Het komt de Rechtbank praktisch voor om tot het gewenste resultaat te komen door de boetes die zijn opgelegd wegens het niet indienen van de suppletieaangiften te vernietigen.

Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn ziet de Rechtbank voorts aanleiding de boete met 10% te verminderen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2019:3432