Belanghebbende heeft gehandeld in personenauto’s. Zij heeft auto’s ingekocht bij leasemaatschappijen en heeft deze verkocht aan particulieren, aan bedrijven in Nederland en aan buitenlandse kopers (voornamelijk bedrijven, waarvan 90% binnen de EU). Door de inspecteur is een boekenonderzoek ingesteld naar aanleiding waarvan correcties omzetbelasting zijn opgelegd almede vergrijpboetes voor de jaren 2014, 2015 en 2016.

In geschil is onder meer of de opgelegde vergrijpboetes terecht zijn.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de toepassing van het nihiltarief terecht niet heeft toegestaan zodat de naheffingsaanslagen in stand blijven. Daarnaast had belanghebbende naar het oordeel van de Rechtbank ten tijde van het doen van de aangiftes omzetbelasting de wetenschap van de aanmerkelijke kans dat te weinig belasting werd aangegeven en afgedragen door de onterechte toepassing van het nihiltarief. Zij had moeten weten dat haar afnemers niet aan hun omzetbelastingverplichtingen voldeden en dat zij daarmee een schakel vormde in een keten waarin btw-fraude werd gepleegd. Door onder deze omstandigheden geen passende maatregelen te treffen heeft zij de aanmerkelijke kans dat te weinig omzetbelasting werd aangegeven en afgedragen bewust aanvaard. De Rechtbank acht de hoogte van de opgelegde vergrijpboetes passend en geboden en ziet dan ook geen aanleiding deze te matigen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2020:2192