Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag omzetbelasting en een vergrijpboete opgelegd, omdat belanghebbende privékosten zakelijk heeft genomen waardoor te weinig omzetbelasting is geheven.

Belanghebbende heeft in de jaren 2009, 2010 en 2011 facturen ontvangen voor juridische werkzaamheden. Belanghebbende heeft deze kosten vanaf 2009 als zakelijke kosten aangemerkt, terwijl belanghebbende de kosten vóór 2009 aanmerkte als privékosten. Belanghebbende heeft dus vanaf 2009 in alle drie de jaren de gefactureerde bedragen aan omzetbelasting als voorbelasting in aftrek gebracht.

Belanghebbende is notaris van beroep en had in de jaren 2011 en 2012 zijn notarispraktijk aan huis. Vanaf 1999 tot 2011 heeft belanghebbende met de gemeente diverse juridische procedures gevoerd over zijn huis. Het gevolg was een vaststellingsovereenkomst tussen belanghebbende en de gemeente over diverse aspecten van zijn huis. Belanghebbende heeft voor juridisch advies een derde ingeschakeld. Hij ontving voor het juridisch advies facturen.

Aan belanghebbende is een vergrijpboete opgelegd van 25%. De hoogte van de vergrijpboete is gebaseerd op grove schuld. De inspecteur dient aannemelijk te maken dat  te weinig omzetbelasting is voldaan het gevolg is van grove schuld van belanghebbende.

Het hof is van mening dat de inspecteur heeft voldaan aan de bewijslast. Uit de stukken volgt dat belanghebbende had kunnen en moeten weten dat de omzetbelasting met betrekking tot de facturen die op de eerste plaats privébelangen betreffen niet zonder meer als voorbelasting in aftrek mag worden gebracht. Daarnaast hadden de geschillen tussen de belanghebbende en de gemeente op de eerste plaats een privékarakter. Door toch, en vooral zonder nadere onderbouwing, alle omzetbelasting als voorbelasting in aftrek te brengen, heeft belanghebbende dermate lichtvaardig gehandeld dat het aan grove schuld van belanghebbende te wijten is dat te weinig omzetbelasting is geheven. Het hof merkt ook nog op dat belanghebbende de kosten tot 2009 in privé heeft genomen.

Het hof acht de vergrijpboete van 25% van de nageheven omzetbelasting passend en geboden.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:10148