De inspecteur legt aan belanghebbende over de jaren 2010 en 2011 naheffingsaanslagen en vergrijpboetes (van 10%) op wegens onrechtmatige afdrachtsvermindering loonbelasting. Het betreft afdrachtvermindering in verband met werknemers die bepaald onderwijs hebben gevolgd. Het Hof oordeelt dat belanghebbende met betrekking tot deze werknemers in de onderhavige jaren geen recht heeft op toepassing van de afdrachtvermindering loonbelasting. In het incidenteel hoger beroep van de inspecteur is vervolgens in geschil of de vergrijpboetes over de desbetreffende jaren terecht zijn opgelegd nu de administratieve verantwoording inzake de afdrachtsvermindering de nodige onjuistheden bevatten.

De vergrijpboetes zijn opgelegd vanwege het gedeeltelijk niet afdragen van de verschuldigde loonbelasting. Volgens de inspecteur is niet voldaan aan één van de kernvereiste voor vermindering afdracht loonbelasting in de zin van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen (Wva): een praktijkovereenkomst. De praktijkovereenkomsten ten aanzien van de werknemers van belanghebbende correspondeerden niet met de werkelijkheid. Zo stonden in de praktijkovereenkomsten foute aantallen uren, onjuiste opleidingen en data. De inspecteur stelt dat er sprake is van grove schuld en dat aan belanghebbende terecht vergrijpboetes van 10% zijn opgelegd nu belanghebbende wist, dan wel had moeten weten, dat hetgeen is opgenomen in de administratieve verantwoording voor het recht op de afdrachtvermindering loonbelasting niet overeenkwam met de werkelijkheid.

Het Hof overweegt dat uit de Wva blijkt dat belanghebbende aan de vereisten voor vermindering van afdracht loonbelasting moet voldoen vóórdat de ingehouden belasting wordt afgedragen. Aangezien op basis van dergelijke administratie het niet mogelijk is de rechtmatigheid van de verminderde afdracht te controleren, en belanghebbende dit niet heeft geverifieerd, is er sprake geweest van grove onachtzaamheid van belanghebbende. Als gevolg van deze grove onachtzaamheid van belanghebbende bij het claimen van de afdrachtvermindering loonbelasting is er in onderhavige jaren te weinig belasting is betaald.

Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat sprake was van een pleitbaar standpunt. Dat de afdrachtvermindering onderwijs complex is, maakt niet dat sprake is van een pleitbaar stadpunt, dan wel dat er geen sprake kan zijn van grove schuld.

Het Hof acht de opgelegde vergrijpboete passend en geboden.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHDHA:2020:866