Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij opzettelijk een onjuiste aangifte inkomstenbelasting heeft ingediend omdat hij op deze aangifte niet heeft aangekruist dat hij de beschikking c.q. het beheer had over het inkomen en/of vermogen binnen een SPF (Stichting Particulier Fonds) gevestigd op Bonaire. Daarnaast heeft verdachte geen melding gemaakt van het reguliere voordeel uit aanmerkelijk belang.

Het Hof is van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het verbergen van zijn betrokkenheid bij de SPF en het niet verantwoorden van de behaalde winst uit aanmerkelijk belang in zijn aangifte inkomstenbelasting.

Het Hof oordeelt dat verdachte een onjuiste aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan door niet kenbaar te maken dat hij een belang in de SPF had. Anders dan de Rechtbank, houdt het Hof niet alleen rekening met het daadwerkelijke fiscale benadelingsbedrag over 2007, te weten € 42.062. De constructie met de SPF en de daaraan gelieerde vennootschappen was zo opgetuigd dat daarmee in potentie een veel hoger benadelingsbedrag kon worden behaald. Daarnaast weegt het Hof de opstelling van verdachte tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter terechtzitting in zijn nadeel mee. Verdachte heeft geen openheid van zaken willen geven en heeft geen inzicht getoond in het kwalijke van zijn handelen.

De door de Rechtbank opgelegde taakstraf van 80 uur en een geldboete van € 10.000 doet naar het oordeel van het Hof geen recht aan de ernst van de feiten en de (potentiele) gevolgen daarvan. Het Hof is dan ook van oordeel dat een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Voor de oplegging van een geldboete ziet het Hof om die reden geen aanleiding meer.

Het Hof houdt rekening met een overschrijding van de redelijke termijn en veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2019:11156