Onlangs heeft de Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken drie uitspraken gedaan waarin de bankierseed in het geding was. De Tuchtcommissie heeft in deze zaken een beroepsverbod van zes maanden opgelegd, een klacht gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel en een klacht niet-ontvankelijk verklaard.

Zaak 1: bekijken van klantgegevens zonder zakelijke aanleiding leidt tot beroepsverbod

In de eerste zaak is de Tuchtcommissie van oordeel dat de betreffende bankmedewerkster zonder zakelijke aanleiding veelvuldig klantgegevens heeft bekeken. Dergelijk handelen was op grond van de interne regels van de bank niet toegestaan. De stelling van de bankmedewerkster dat mogelijk anderen op haar werkplek met haar account klantgegevens zouden hebben bekeken, acht de Tuchtcommissie niet aannemelijk, waardoor zij de bankierseed en de daaraan verbonden gedragscode heeft geschonden. De Tuchtcommissie legt de bankmedewerkster de aanwijzing op dat zij zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector. Daarbij is in aanmerking genomen dat zij reeds is ontslagen en dat de bank haar gegevens in twee registers heeft verwerkt waardoor zij naar verwachting een lange tijd niet werkzaam zal zijn in de bancaire sector.

Zaak 2: betaalrekening ten onrechte geblokkeerd, klacht gegrond zonder maatregel

In deze zaak heeft een bankmedewerker de bankrekening van een klant geblokkeerd, nadat door de bank diverse pogingen waren gedaan om in contact te komen met de klant. Het blokkeren van de betaalrekening was onder de gegeven omstandigheden op grond van interne regels van de bank evenwel niet toegestaan. De bankmedewerker heeft de blokkering niet besproken met zijn leidinggevende en de klant heeft door de blokkering hinder ondervonden.

De Tuchtcommissie oordeelde dat de bankmedewerker geen zorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt en de belangen van de klant onvoldoende centraal heeft gesteld. Na de melding heeft de betreffende medewerker zijn excuses aangeboden en de blokkering spoedig ongedaan gemaakt. Hij is zich er ook van bewust dat hij onjuist heeft gehandeld. De Tuchtcommissie verklaart de klacht gegrond, maar legt geen maatregel op.

Zaak 3: privé-handelingen vallen niet onder bereik van bankierseed, klacht niet-ontvankelijk

Een bankmedewerker ontvangt een geldbedrag op zijn privé-rekening, waarvan hij wist dat dit geld niet voor hem bedoeld was. In plaats van de fout te herstellen, boekt hij het geldbedrag over naar verschillende rekeningen. Pas na lang aandringen herstelt hij de fout en stort hij het geld terug naar de klant van wie het geld afkomstig was.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat het handelen van de bankmedewerker niet valt onder het bereik van de afgelegde bankierseed. Hij heeft immers geen handelingen verricht in de uitoefening van zijn functie en daarmee binnen de grenzen van zijn functie. Dat hij de handelingen heeft verricht tijdens werktijd en dat de overboeking afkomstig was van een klant van de bank waar hij werkzaam was, maakt dit niet anders. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard.

De Tuchtcommissie (Stichting Tuchtrecht Banken) 15 december 2016, TRB-2016-3542, TRB-2016-3548 en TRB-2016-3536

https://www.tuchtrechtbanken.nl/uitspraken/uitspraken-tuchtcomissie