Betrokkene, een registeraccountant, wordt verweten dat hij niet heeft gereageerd op diverse brieven en e-mails van klager (een voormalige maat van betrokkene) inzake het nakomen van een vaststellingsovereenkomst. In de vaststellingsovereenkomst is klager gevrijwaard voor toekomstige claims van een andere accountant die uit de maatschap was gestapt.

Betrokkene heeft ter verklaring voor het uitblijven van een reactie onder meer aangevoerd dat hij geen toegang meer had tot het kantoor waarheen een aantal van de brieven zijn gestuurd en dat de brieven niet aan hem zijn doorgestuurd. Hetzelfde geldt voor de betreffende e-mailberichten die daaraan zijn gericht. Bovendien bleef betrokkene veel in het buitenland en had zijn penvoerder hem niet op de hoogte gebracht van de correspondentie.

De Accountantskamer is van oordeel dat het verre de voorkeur had verdiend dat betrokkene op de brieven en e-mailberichten had gereageerd. De Accountantskamer neemt daarbij in aanmerking dat klager een groot financieel belang heeft bij het verkrijgen van meer zekerheid over het nakomen van de vrijwaring en dat door het uitblijven van een reactie van betrokkene de onzekerheid over die nakoming werd versterkt. De Accountantskamer gaat voorbij aan het verweer van betrokkene dat hij de verzoeken van klager niet heeft ontvangen, mede vanwege zijn verblijf in het buitenland. Nu betrokkene in Nederland zakelijk actief was en er, naar hij ter zitting heeft verklaard, sprake was van een stortvloed aan juridische conflicten, had betrokkene, onverwijld maatregelen moeten treffen om te waarborgen dat hij (weer) per post en per e-mail bereikbaar was. Anderzijds moet worden vastgesteld dat er uiteindelijk wel is gereageerd op het verzoek van klager.

Een en ander afwegend acht de Accountantskamer het uitblijven van een eerdere reactie van betrokkene op de brieven en e-mailberichten van klager van onvoldoende tuchtrechtelijk gewicht om te oordelen dat betrokkene in strijd met enige voor hem geldende gedrags- of beroepsregel heeft gehandeld. De klacht dient dan ook ongegrond te worden verklaard. Nu de Accountantskamer reeds op deze grond de klacht ongegrond verklaart, gaat zij voorbij aan hetgeen betrokkene overigens heeft aangedragen.

Accountantskamer 18 augustus 2017, ECLI:NL:TACAKN:2017:52

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2017/ECLI_NL_TACAKN_2017_52?DomeinNaam=accountants&Pagina=1&ItemIndex=7