Belanghebbende exploiteert een discotheek. Op enig moment is de inspecteur een boekenonderzoek gestart om de aangiften omzetbelasting te controleren. In het controlerapport is geconcludeerd dat niet is voldaan aan de administratie- en bewaarplicht, dat de ontvangsten niet tot de juiste bedragen zijn geboekt en dat er zwarte lonen zijn uitbetaald. De administratie is dientengevolge door de inspecteur verworpen, de omzet is opnieuw berekend en er is een vergrijpboete opgelegd van € 14.617.

In geschil is onder meer de vraag of het aan belanghebbendes opzet is te wijten dat aanvankelijk te weinig omzetbelasting is geheven.

De inspecteur voert aan dat belanghebbende haar administratieve verplichtingen niet is nagekomen en het daarom aan (voorwaardelijk) opzet is te wijten dat er aanvankelijk te weinig omzetbelasting is betaald. De Rechtbank is van oordeel, gelet op het feit dat er zwarte lonen zijn uitbetaald, dat belanghebbende willens en wetens omzet moet hebben verzwegen. Het kan volgens de Rechtbank onder die omstandigheden niet anders dan dat het aan opzet van belanghebbende is te wijten dat aanvankelijk te weinig belasting is betaald. De inspecteur heeft evenwel aanleiding gevonden in de feiten en omstandigheden om de vergrijpboete te matigen met 10%. De Rechtbank acht dit passend en geboden.

Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn vermindert de Rechtbank de vergrijpboete verder met 15% tot € 11.185.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2016:2965