In het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen een afhaalrestaurant wordt van de accountant de uitlevering (ex art. 126a Sv) gevorderd van het kasboek van het restaurant en is de accountant gehoord door de politie. Daaruit blijkt dat de accountant de primaire kasregistratie zodanig heeft aangepast dat de negatieve stand van de kas verdween. Bij de uitlevering van deze aangepaste registratie heeft hij niet medegedeeld dat die registratie niet origineel is en is aangepast. Daarnaast heeft de accountant voor het restaurant aangiften omzetbelasting ingediend terwijl hij wist dat de door de cliënt aangeleverde omzetgegevens onvolledig en daardoor onjuist waren, en de aangiften omzetbelasting steeds in het voordeel van de cliënt waren. Ter zake van dit handelen heeft het OM een tuchtklacht ingediend.

De Accountantskamer heeft op 18 mei 2015 geoordeeld dat de accountant hierdoor in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid heeft gehandeld. Bovendien heeft de Accountantskamer de klacht over het niet tijdig melden van het bestaan van een (structurele) negatieve kas als een ongebruikelijke transactie, gegrond verklaard.

De Accountantskamer concludeert dat accountant in kwestie met zijn handelwijze het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht en zodoende het fundamentele beginsel van professionaliteit heeft geschonden. In het kader van de bepaling van de strafmaat is er mede acht op geslagen dat accountant er nauwelijks blijk van heeft gegeven de onjuistheid en de onzorgvuldigheid van zijn handelwijze in te zien. Tezamen heeft dit geleid tot de maatregel van tijdelijke doorhaling in het accountantsregister voor de duur van vier maanden.

Datum uitspraak: 18-05-2015, ECLI:NL:TACAKN:2015:61
http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat?zoekterm=witwassen&DomeinNaam=accountants