Het trustkantoor Vistra heeft een door het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden transactie in de vorm van een betaling van € 350.000 geaccepteerd en betaald voor het niet tijdig melden van ongebruikelijke transacties bij de Financial Intelligence Unit (FIU-NL).

De betreffende transacties werden verricht door een dochteronderneming van een bedrijfsgroep uit Oekraïne, actief in de energie- en grondstoffensector. Deze dochteronderneming was een cliënt van Vistra. Volgens het OM heeft Vistra vier transacties door de bedrijvengroep in 2013 niet tijdig gemeld bij de FIU-NL. Daarnaast heeft Vistra volgens het OM nagelaten afdoende onderzoek te verrichten naar de UBO’s van de verkopende partij en de transacties en zijn de integriteitsrisico’s onvoldoende onderkend.

Feiten

Trustkantoor Vistra was medebestuurder van de Nederlandse dochteronderneming van een bedrijfsgroep. De dochteronderneming sloot in 2013 een deal met een vijftal op de BVI gevestigde bedrijven om zeggenschap te verkrijgen in een belangrijke speler in de Oekraïense energie en grondstoffensector. De onderneming kocht voor ruim 200 miljoen euro vier andere Cypriotische bedrijven. De betaling van deze koop bestond uit vier samenhangende transacties en vonden plaats via Zwitserse en Oostenrijkse banken.

Vistra had de betreffende voorgenomen transactie nader onderzocht vanwege de betaling via een Zwitserse bankrekening. Zowel medewerkers van het cliënt-team als de afdeling Compliance hebben beoordeeld of de transactie verband zou kunnen houden met witwassen. Naar het oordeel van Vistra was daar geen sprake van.

Onderzoek DNB

DNB verrichtte in juni 2014 een themaonderzoek naar political exposed persons (PEPs) of politiek prominente personen uit hoogrisicolanden, met specifieke aandacht voor Rusland en Oekraïne. In dit kader werd ook Vistra onderzocht. DNB heeft tijdens haar onderzoek een eerste betaling met betrekking tot de hierboven genoemde aandelenkoop beoordeeld. DNB is van oordeel dat de betreffende transactie als ongebruikelijk aangemerkt had moeten worden en vervolgens bij de FIU had moeten worden gemeld. Ook vindt DNB dat Vistra te weinig onderzoek heeft gedaan naar de achtergrond van deze transactie en was zij niet op de hoogte wie de UBO’s waren van de verkopende partijen. In maart 2015 heeft DNB aangifte gedaan en de bevindingen van het onderzoek met het OM gedeeld.

De FIOD heeft deze transacties onderzocht en komt tot hetzelfde oordeel als DNB. Van enig nader onderzoek door Vistra is niet gebleken. Daarnaast is de FIOD van oordeel dat ook drie andere transacties – die hadden plaatsgevonden om de deal compleet te maken – hadden moeten worden gemeld.

Vistra had bij de cliëntacceptatie de klant aangemerkt als een ‘High Risk’ klant, zodat Vistra de cliënt doorlopende diende te controleren. Desondanks heeft Vistra de deal door laten gaan en de betalingen daarvoor laten verrichten, terwijl zij slechts summier op de hoogte was van de achtergrond van de deal.

Naar aanleiding van het onderzoek van DNB heeft Vistra alsnog nadere vragen gesteld aan haar cliënt over onder andere de bestemming van de betalingen en de omstandigheden waaronder de transacties plaatsvonden. Toen de cliënt geen bevredigende antwoorden gaf op de vragen, besloot Vistra in 2014 alsnog over te gaan tot het melden.

Afdoening

Vistra heeft volgens het OM rond de betrokken transacties in 2013 de poortwachtersfunctie niet goed vervuld. Het OM ziet de betaling van € 350.000 als een passende en effectieve afdoening. Vistra is niet eerder vervolgd voor dit soort feiten en heeft medewerking verleend aan het onderzoek. In de zittingszaal zou het OM een vergelijkbare straf hebben geëist. Verder heeft meegespeeld dat het bedrijf inmiddels compliance maatregelen heeft genomen en dat de huidige organisatie ten opzichte van 2013 geheel is veranderd en verbeterd.

Openbaar Ministerie 3 september 2019

https://www.om.nl/@106596/trustkantoor-vistra/