Hoewel het OM heeft besloten de strafzaak tegen vermogensbeheerder Box Consultants te seponeren blijft deze zaak in de belangstelling staan. In deze procedure gaat het om een tuchtklacht tegen een accountant die als coördinator tuchtrecht bij het Openbaar Ministerie en opsporingsambtenaar bij de FIOD werkzaam is. In de kern wordt hem verweten dat hij tijdens het strafrechtelijk onderzoek naar drie accountants met betrekking tot het misbruiken van het verschoningsrecht zelf het verschoningsrecht heeft geschonden. Klager stelt dat betrokkene ter onderbouwing van zijn klacht bij de accountantskamer tegen één van de accountants stukken heeft gebruikt, voordat de geheimhouder officier van justitie heeft geoordeeld of deze onder het verschoningsrecht zouden vallen (i.c. was dat zo). Naast dat betrokkene het verschoningsrecht van klager heeft geschonden, wordt hem ook verweten dat hij stukken heeft achtergehouden in de procedure tegen de accountants en dat hij in zijn eigen eerdere klachtprocedure de Accountantskamer onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd.

De Accountantskamer oordeelt dat belanghebbende in strijd met de vakbekwaamheid en zorgvuldigheid gebruik heeft gemaakt van e-mails waarvan hij wist, althans had moeten begrijpen dat dit (mogelijk) geheimhouderinformatie was waarvan hij geen kennis mocht nemen. De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat hij met zijn handelen het verschoningsrecht van klager, als advocaat, dat van fundamenteel belang is voor een goede  rechtsbedeling en mede geldt opdat deze zijn taak als advocaat naar behoren kan vervullen, heeft geschonden. Het eerste onderdeel acht de Accountantskamer gegrond.

Daarnaast vindt de Accountantskamer het ook kwalijk dat betrokkene de Accountantskamer ter zitting van de eerdere tuchtklacht tegen hem, op 27 november 2020, niet volledig heeft voorgelicht. Betrokkene heeft daarmee zijn beroepsgroep in diskrediet gebracht. Daarnaast neemt de Accountantskamer in de beslissing mee dat betrokkene heeft volhard in zijn opstelling dat zijn handelen in het licht van de situatie in 2015 niet onjuist was. Verder is meegewogen dat aan betrokkene reeds eerder de maatregel van berisping is opgelegd vanwege zijn handelen in het kader van de tuchtklacht tegen de drie accountants. De Accountantskamer geeft betrokkene in overweging om in voorkomende gevallen het Moreel besluitvormingsmodel voor accountants van de NBA te volgen

De Accountantskamer acht de klachten deels gegrond en legt de maatregel van tijdelijke doorhaling voor de duur van zes maanden op.

Accountantskamer 21 december 2023

https://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI_NL_TACAKN_2023_58