In deze strafzaak wordt verdachte verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan belastingfraude door als feitelijk leidinggever van verschillende rechtspersonen (schoonmaakbedrijven) opzettelijk geen, dan wel onjuiste aangiften omzetbelasting en loonbelasting te doen. Rechtbank Amsterdam acht de feiten bewezen, maar komt tot een aanzienlijk lagere straf dan de vordering van de officier van justitie van 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk.
De rechtbank overweegt bij de straftoemeting dat verdachte zich gedurende langere tijd schuldig heeft gemaakt aan belastingfraude. Verdachte is hierbij stelselmatig te werk gegaan door de verschillende rechtspersonen elkaar te laten opvolgen. Daarbij betaalde hij de medewerkers van de schoonmaakbedrijven grotendeels zwart uit en hield hij hiermee een zwartgeldcircuit in stand.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank onder meer rekening gehouden met het feit dat verdachte de fiscus voor een groot bedrag heeft benadeeld. De raadsman heeft een alternatieve berekening van het nadeelbedrag aan de rechtbank voorgelegd. Ook op basis van deze berekening is het benadelingsbedrag fors, aldus de rechtbank. Gezien de aard en de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat de redelijke termijn met drie jaar en twee maanden is verstreken. Ook betrekt de rechtbank bij het bepalen van de straf dat verdachte niet meer actief is in de schoonmaakbranche en inmiddels een baan heeft met een vast inkomen. In het licht van de persoonlijke situatie van verdachte, de tijd die sinds het bewezenverklaarde is verstreken en het stimuleren van verdachte om zijn leven een positieve invulling te blijven geven, legt de rechtbank een gevangenisstraf van 8 maanden geheel voorwaardelijke op.
De rechtbank is van mening dat een taakstraf van 240 uur, zoals door de verdediging verzocht, niet in verhouding staat tot de ernst van de feiten en het laakbare gedrag van de verdachte. Daarom legt de rechtbank, naast een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden, een taakstraf op van 450 uur. Deze hoge taakstraf wordt opgelegd, omdat de verdachte schuldig is bevonden aan meerdere strafbare feiten.
Rechtbank Amsterdam 31 oktober 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:6626
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2024:6626