Bij de afwikkeling van het faillissement van de onderneming bleek dat de bestuurder niet voldaan heeft aan de administratieplicht. De curator gaf aan dat hij op basis van de afgegeven administratie niet de rechten en verplichtingen van het bedrijf kon vaststellen. Pas na aansprakelijkheidstelling van de bestuurder en de medeverdachte zijn twee ordners met financiële stukken aan de curator overhandigd. Doordat inkoopfacturen, een kasboek, grootboek, en een balans/ winst- en verliesrekening ontbraken werd de afwikkeling van het faillissement van het bedrijf bemoeilijkt. Na een boekenonderzoek, kwam ook de Belastingdienst tot de conclusie dat niet werd voldaan aan de administratieplicht. Vervolgens wordt de bestuurder strafrechtelijk vervolgd.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat er vrijwel geen administratie is gevoerd en dat de afhandeling van het faillissement van het bedrijf hierdoor is bemoeilijkt. Door een onvolledige administratie is het voor een curator immers over het algemeen onmogelijk om correct vast te kunnen stellen welke baten er zijn en onder wie die moeten worden verdeeld. Ook het kunnen onderkennen van eventuele onregelmatigheden in het zicht van het faillissement om daarna via acties als de Pauliana of onrechtmatige daad de daardoor veroorzaakte schade op te heffen of te verminderen, wordt door dergelijk handelen ernstig bemoeilijkt dan wel gefrustreerd.

Dat bestuurder – naar eigen zeggen – niets heeft geweten van de onregelmatigheden van de administratie en daarvoor verwijst naar zijn broer en de door hem ingeschakelde boekhouder. De rechtbank overweegt dat dit hem niet ontslaat van zijn eigen verplichting als bestuurder tot adequaat toezicht en controle op de administratievoering. De bestuurder heeft volgens de rechtbank nagelaten zich te vergewissen van de juistheid van de boekhouding en heeft ten onrechte vertrouwd op de deugdelijkheid van de werkzaamheden van zijn broer. Ook vanaf het moment dat hij persoonlijk aansprakelijk werd gesteld door een klant/schuldeiser van het bedrijf en in dat kader beslag op zijn huis werd gelegd, heeft de bestuurder geen actie ondernomen. Hij heeft genoegen genomen met de uitlating van zijn broer dat het wel goed zou komen. De bestuurder heeft nimmer inzage gevraagd in de boekhouding. Ook heeft de bestuurder geen contact opgenomen met de boekhouder of op andere wijze zich actief ingespannen om de situatie in kaart te brengen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de bestuurder een vooropleiding heeft genoten in handel en administratie, dus wist van de administratieplicht van een onderneming en zijn verantwoordelijkheid als bestuurder. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de bestuurder door zo te handelen minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat niet werd voldaan aan de administratieplicht.

De rechtbank acht het ten laste gelegde bewezenverklaard en legt een taakstraf van 100 uur op aan de bestuurder.

Rechtbank Overijssel 6 juni 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:2994

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2024:2994