Appellanten, twee voormalige hoogleraren, waren werkzaam op de afdeling psychiatrie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam (nu het Erasmus Medisch Centrum). Hun dienstverbanden zijn in 2003 respectievelijk 2006 beëindigd door het ziekenhuis. Geïntimeerde is een accountantskantoor.
Appellanten komen op tegen een afgewezen schadevordering tegen geïntimeerde. Aanleiding voor de schadevordering is een geschil tussen appellanten en de medische staf van het ziekenhuis over een gebrek aan transparantie over de verdeling van de inkomsten. Naar aanleiding van dit geschil is geïntimeerde gevraagd een onafhankelijk accountantsverslag op te stellen. Naar aanleiding van dit verslag heeft de medische staf per brief het vertrouwen opgezegd in appellanten. Hierna is door geïntimeerde een aanvullend rapport opgesteld.
Appellanten stellen zich op het standpunt dat geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld door onjuiste rapporten op te stellen en die onjuiste rapporten niet in te trekken dan wel te corrigeren na daartoe te zijn verzocht. Als gevolg van het uitbrengen van de rapporten is de situatie is geëscaleerd, hetgeen heeft geleid tot diverse procedures tegen appellanten en het beëindigen van hun dienstverband.
In de kern ziet het verweer van geïntimeerde op het ontbreken van een causaal verband tussen het rapport en de door appellanten geleden schade. Het Hof overweegt hieromtrent dat het conflict met de medische staf reeds een lange voorgeschiedenis kende. Wel staat vast dat de medische staf het rapport gebruikt heeft ter onderbouwing van de stellingen in de door hen aangespannen procedures tegen appellanten. Zowel de Rechtbank als het Hof in die zaak hebben het rapport evenwel niet ten grondslag gelegd aan hun beslissing. Aangezien het rapport niet ter onderbouwing is aangevoerd door de rechter is er ook geen sprake van een causaal verband tussen de gestelde schade en het rapport.
Het Hof concludeert dat de grieven falen, en bekrachtigt het vonnis waartegen beroep is ingesteld.
Gerechtshof Amsterdam 9 mei 2017, ECLI:NL:GHAMS:1694
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2017:1694