Rabobank weigert twee zakelijke bankrekeningen te openen ten behoeve van twee persoonlijke holdings waarvan de dochteronderneming een coffeeshop exploiteert. Volgens de voorzieningenrechter geldt de bijzondere zorgplicht echter ook voor ondernemingen en kan de contractsvrijheid van Rabobank worden beperkt. De overige in de loop der tijd door Rabobank aangevoerde bezwaren zijn niet steekhoudend.

In juni 2020 hebben eiseressen (twee BV’s) ieder 25% aandelen in Café City Hall B.V. overgenomen. Café City Hall exploiteert een coffeeshop in het centrum van Amsterdam. Op 30 november 2020 hebben eiseressen een zakelijke bankrekening aangevraagd bij Rabobank. Deze aanvragen zijn door Rabobank afgewezen vanwege het feit dat Rabobank geen nieuwe zakelijke relaties aan gaat met ondernemingen in de coffeeshopsector.

In kort geding wordt vervolgens het openen van een zakelijke rekening gevorderd. Rabobank beroept zich echter op de contractsvrijheid en het feit dat voor ondernemingen (anders dan voor natuurlijk personen) geen absoluut recht op een bankrekening bestaat.

De voorzieningenrechter volgt Rabobank niet zonder meer in haar verweer en constateert dat de contractsvrijheid voor banken kan worden begrensd door een bijzondere zorgplicht. Hierbij verwijst zij naar de conclusie van A-G Hartlief van 12 maar 2021. Hierin benadrukt hij de ‘spilfunctie’ van banken in het maatschappelijk verkeer en dat bepaalde (bijzondere) omstandigheden tot een verplichting voor de bank kunnen leiden om een contractuele relatie met derden aan te gaan. Daarbij is een categorale uitsluiting zoals door Rabobank ten aanzien van coffeeshops werd gehanteerd, niet toegestaan.

De vraagtekens die Rabobank heeft geplaatst bij de hoogte van de koopprijs en de structurering via persoonlijke holdings, zijn evenmin terecht. De aandelentransactie heeft plaatsgevonden in de familiesfeer (moeder, die onder meer om medische redenen met pensioen wil, verkoopt haar aandelen aan haar dochter en nicht die al in de zaak werkzaam zijn) en de hoogte van de koopprijs kan goed worden verklaard door de groeiende onzekerheid waarin coffeeshops verkeren die zijn gevestigd in het centrum van Amsterdam en die zich met name richten op toeristen. Dat de aandelen worden gehouden via een structuur van persoonlijke holdings is in het geheel niet ongebruikelijk. Daarnaast geeft het feit dat andere banken de aanvragen voor een zakelijke rekening hebben geweigerd Rabobank niet het recht om dit ook te doen.

Dat het cliëntenonderzoek in het kader van de Wwft nog niet is afgerond kan volgens de voorzieningenrechter niet leiden tot het afwijzen van de vordering, nu de aanvragen reeds in november 2020 zijn ingediend en Rabobank aanvragers ‘aan het lijntje’ heeft gehouden door geen enkele moeite te doen om aan te vangen met het cliëntenonderzoek. De voorzieningenrechter veroordeelt Rabobank dan ook om binnen veertien dagen een zakelijke bankrekening te openen voor eiseressen.

Rechtbank Amsterdam 29 juni 2021, ECLI:NLRBAMS:2021:3337.