In de periode van 12 mei tot en met 8 juli 2014 zijn in naam en voor rekening van eiseres aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van zonnepanelen met land van oorsprong en land van verzending Taiwan. Bij elke aangifte is een niet-preferentieel Certificaat van Oorsprong overgelegd van de New Taipei City Commerce (Taiwanese Kamer van Koophandel). De bij elke aangifte behorende bescheiden vermelden de nummers van de containers waarin de desbetreffende zonnepanelen van Taiwan naar Rotterdam zijn vervoerd.
Het antifraudebureau van de Commissie (hierna: de OLAF) heeft na onderzoek te hebben verricht bij eiseres een missierapport opgesteld. Op grond van de bevindingen van de OLAF heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de onderhavige zonnepanelen van Chinese oorsprong zijn. De verweerder reikt om die reden een verzamel-utb uit aan eiseres.
In geschil is of de verzamel-utb terecht is uitgereikt. Eiseres stelt dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn bewijslast. Het OLAF-rapport kan volgens eiseres niet dienen als bewijs, omdat de OLAF niet bevoegd was tot onderzoek in Taiwan. Ook zijn de gegevens, verkregen van de Taiwanese douane, waar de OLAF zich op heeft gebaseerd niet controleerbaar en bevat het rapport veel onjuistheden, onvolledigheden en discrepanties. Bovendien heeft eiseres zelf ook onderzoek gevoerd naar de bewegingen van de schepen die de zonnepanelen vanuit China naar Taiwan zouden hebben vervoerd. Hieruit is gebleken dat de oorsprong van de onderhavige zonnepanelen niet China is.
Verweerder stelt dat hij zich mag baseren op de constateringen zoals vastgesteld in het OLAF-onderzoek en de onderzoeksgegevens. Wel erkent de inspecteur dat in een aantal gevallen de L1- en D5-gegevens niet goed zijn gematched.
De rechtbank stelt dat annex 3 bij het OLAF-rapport, waarin de L1 en de D5-aangiften aan elkaar zijn gekoppeld, de kernt vormt van het bewijs waarop de verweerder zijn standpunt baseert. Gaandeweg de procedure hebben er aanvullingen en correcties op annex 3 plaatsgevonden. De verweerder heeft de wijzigingen niet toegelicht en ook niet kunnen uitleggen. De verweerder erkent ter zitting dat ook na de aanpassingen de match tussen de L1- en D5-aangiften nog steeds niet klopt.
De gegevens die de Taiwanese douane heeft verstrekt aan de OLAF, houden bovendien in dat de onderhavige zonnepanelen vanuit China naar Taiwan zijn vervoerd met schepen. Aangezien de zonnepanelen zijn verkocht door I LTD., gevestigd in Ningbo (China), zou het logisch zijn dat de zonnepanelen vanuit de haven van Ningbo naar Taiwan zijn verscheept. Verweerder heeft dat ter zitting desgevraagd bevestigd.
Eiseres heeft voor de desbetreffende schepen de scheepsbewegingen overgelegd die zij via Vesselfinder heeft verkregen. Deze overgelegde scheepsbewegingen ontkrachten dat de onderhavige zonnepanelen vanuit Ningbo (China) naar Taiwan zijn verscheept. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen geloofwaardigheid aan de bevindingen van de OLAF kan worden toegekend. Verweerder heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat de onderhavige zonnepanelen de oorsprong China hebben.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt de verzamel-utb.
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2019:6209