Belanghebbende is houder van ongeveer 200 vrachtauto’s. Een van de vrachtauto’s is tegen de tunnelwand van de Vrijheidstunnel in Antwerpen gereden. Aanvankelijk werd vastgesteld dat het motorrijtuig technisch als totaal verloren moest worden beschouwd. Als gevolg hiervan werd het kenteken van het motorrijtuig geschorst en werd het jaarvignet beëindigd.

Uiteindelijk kon het motorrijtuig toch worden gerepareerd, waarna de schorsing van het kenteken is opgeheven. Er is destijds evenwel geen nieuw jaarvignet aangeschaft. Vervolgens is meermaals geconstateerd dat met het motorrijtuig gebruik is gemaakt van de autosnelweg zonder dat daarvoor BZM was voldaan. In verband hiermee zijn 13 naheffingsaanslagen van € 8 opgelegd. Eveneens zijn er 13 boetebeschikkingen opgelegd van elk € 263.

Belanghebbende heeft verklaard dat men over het hoofd had gezien dat het jaarvignet opnieuw aangevraagd diende te worden. De Rechtbank stelt vast dat de verzuimen zijn begaan en dat de verzuimboeten om die reden in beginsel terecht zijn opgelegd.

Belanghebbende heeft aangevoerd dat slechts sprake is van één fout, namelijk toen het motorrijtuig na de opheffing van de schorsing weer werd ingezet op de openbare weg. Er is toen geen jaarvignet aangevraagd. Het verzuim werd pas opgemerkt toen de eerste naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen werden ontvangen. Het verzuim is daarop meteen hersteld door de aanschaf van een dagvignet en de aanschaf van een jaarvignet vanaf de dag erna..

De Rechtbank hecht geloof aan de verklaring van belanghebbende. De Rechtbank acht dan ook één fout aan de zijde van belanghebbende aanwezig, die heeft geleid tot alle naheffingsaanslagen met verzuimboeten. Verder weegt de Rechtbank mee dat de fout direct is hersteld nadat deze werd ontdekt alsook dat belanghebbende aantoonbaar sterk verbeterd gedrag heeft laten zien bij het nakomen van haar fiscale verplichtingen.

In aanmerking genomen dat het fenomeen van veroordeling zonder strafoplegging in het fiscale boeterecht geen gemeengoed is en dat vernietiging van de boeten onvoldoende tot uitdrukking zou brengen dat wel sprake is van beboetbare verzuimen, ziet de Rechtbank – alles afwegende – aanleiding om elke boete te verminderen tot het symbolische bedrag van € 10.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 december 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:7653

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2016:7653