DNB heeft de bank Bunq eerder een aanwijzing gegeven, teneinde meerdere Wwft-overtredingen te beëindigen. De bank had volgens DNB enkele jaren bij een tiental klanten niet goed in beeld wie zij waren en wat zij met hun geld deden. Daarom legde DNB een boete op van € 500.000 wegens ontoereikend cliëntenonderzoek en een boete op van € 375.000 omdat de compliance ten aanzien van Politically Exposed Person (PEP) tekort schoot. Het besluit waarin de aanwijzing werd opgenomen heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven grotendeels vernietigd. Als gevolg daarvan werden de boeten in bezwaar reeds aanzienlijk gematigd van € 500.000 naar € 100.000 (cliëntenonderzoek) en van € 375.000 naar € 275.000 (PEP-boete). Bunq vond deze boeten nog steeds te hoog en legt de zaak voor aan Rechtbank Rotterdam.

De rechtbank oordeelt dat DNB terecht heeft geconcludeerd dat de bank diverse Wwft-overtredingen heeft begaan en dat DNB aldus bevoegd was om een boete op te leggen. De rechtbank meent dat DNB de verwijten in twee cliëntdossiers niet heeft bewezen en verlaagt daarom de boete met betrekking tot het ontoereikend cliëntenonderzoek verder met tweemaal € 10.000 naar
€ 80.000.

In het kader van de evenredigheid van de PEP-boete van (na bezwaar nog) € 275.000 merkt de rechtbank op dat “DNB oorspronkelijk acht PEP-dossiers met elk drie overtredingen aan eiseres tegengeworpen, terwijl zij uiteindelijk in bestreden besluit 2 drie PEP-dossiers met twee overtredingen per dossier heeft tegengeworpen.” Niet is gebleken waarom deze boete niet (ook) evenredig met de eiseres verweten overtredingen is verlaagd. De rechtbank meent dat de PEP-boete, net zoals DNB in bezwaar deed met de andere boete, moet worden verlaagd met 80%.

Tenslotte houdt de rechtbank nog rekening met de kosten die de bank door de aanwijzing van DNB heeft moeten maken en de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt de boeten uiteindelijk vast op € 57.000 (cliëntenonderzoek) en € 71.250 (PEP-boete).

Rb. Rotterdam 14 augustus 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:7380

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2023:7380