In deze zaak speelt de verplichting van de Ontvanger om tijdens gesprekken met belanghebbende, waarin betalingsproblemen aan de orde komen, te wijzen op de meldplicht betalingsonmacht inzake bestuurdersaansprakelijkheid.

Uit de overwegingen van de rechtbank volgt dat van de Ontvanger mag worden verwacht dat hij onderzoekt welke entiteiten deel uitmaken van een fiscale eenheid omzetbelasting en ten aanzien van welke entiteiten hij dus dient te wijzen op de meldplicht. De Ontvanger kan zich op dit punt volgens de rechtbank niet verweren met de stelling dat hij niet op de hoogte was van het bestaan van een entiteit binnen de fiscale eenheid.

Bovendien oordeelt de rechtbank in casu dat de Ontvanger een brief van belanghebbende had moeten aanmerken als melding betalingsonmacht zoals bedoeld in artikel 36.5.2 van de Leidraad Invordering 2008. In deze brief werd de oorzaak van de betalingsproblemen namelijk toegelicht en de Ontvanger was reeds op de hoogte van de betalingsproblemen.

Rechtbank Gelderland, 9 juli 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4376 & ECLI:NL:RBGEL:2015:4377

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:4376
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:4377