In deze strafzaak wordt de verdachte die een onderneming dreef in het zorgdomein vervolgd voor gewoontewitwassen en valsheid in geschrifte. De verdachte heeft samen met anderen gedurende een periode van vijf jaar fraude gepleegd en grote sommen geld witgewassen door op structurele wijze zorguren te declareren die in werkelijkheid niet geleverd waren. Hiervoor werden valse loonstroken, urenregistraties, zorgfacturen en arbeidsovereenkomsten opgemaakt. Een groot deel van de opbrengst van de onterecht gedeclareerde zorguren werd besteed aan luxegoederen. Het Openbaar Ministerie is met verdachte procesafspraken overeengekomen die zijn voorgelegd aan Rechtbank Rotterdam.

Deze afspraken houden in dat het OM een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar alsook een taakstraf van 240 uur eist. Aan de voorwaardelijke straf is de bijzondere voorwaarde verbonden dat verdachte gedurende de proeftijd volledige medewerking verleent aan onaangekondigde en aangekondigde controles door toezichthouders in het zorgdomein en de Belastingdienst. Ook zal de verdachte zich niet verzetten tegen de niet-geanonimiseerde publicatie van het vonnis en zal de rechtbank worden verzocht het OM toestemming te verlenen om het vonnis actief te delen met toezichthouders. Tot slot zal de verdachte voldoen aan de administratieverplichting.

Alles afwegend acht de rechtbank de geƫiste straffen passend en geboden. De rechtbank verbindt aan de voorwaardelijke straf een proeftijd van 2 jaar.

Ten aanzien van de afspraak dat verdachte zich niet zal verzetten tegen het niet geanonimiseerd publiceren van het vonnis, merkt de rechtbank op dat vonnissen doorgaans alleen geanonimiseerd worden gepubliceerd. Gelet op de reikwijdte van artikel 339 Sr. heeft de rechtbank in deze strafzaak geen mogelijkheid om te beslissen tot (niet- geanonimiseerde) openbaarmaking van haar uitspraak. Ter nakoming van hun afspraak kunnen partijen zich via het e-mailadres communicatierotterdam@rechtspraak.nl richten tot de Afdeling communicatie van de rechtbank Rotterdam met een gezamenlijk verzoek tot het niet-geanonimiseerd publiceren van het vonnis.

Rechtbank Rotterdam 17 september 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:9184

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:9184