Op 11 augustus 2011 heeft belanghebbende verschillende zendingen ruwe palmpitolie uit Colombia, Panama, Costa Rica en Ecuador ingevoerd in Duitsland om deze in de Europese Unie in het vrije verkeer te brengen. Deze ontwikkelingslanden komen in aanmerking voor het Stelsel van Algemene Preferenties (SAP) die de EU heeft toegekend ingevolge verordening nr. 732/2008 (hierna: SAP-landen). Tijdens het transport naar de EU is de palmpitolie in vier verschillende opslagtanks van een vrachtschip opgeslagen. In de vierde opslagtank heeft belanghebbende palmpitolie van elk van de vier in het hoofdgeding bedoelde SAP-landen vermengd. Vast staat dat voor elk van de zendingen een geldig certificaat voor de preferentiële oorsprong voorhanden was. Deze zendingen vallen in beginsel derhalve onder dezelfde tariefregeling.

Bij aanslag van 8 december 2011 heeft het douanekantoor de invoerrechten voor het in de vierde opslagtank opgeslagen deel van de lading vastgesteld zonder een preferentiële behandeling toe te kennen. Op dat deel van de lading heeft het douanekantoor de normale invoerrechten toegepast. Nadat bezwaar tegen de aanslag was verworpen, heeft belanghebbende beroep ingesteld en verzocht om vernietiging van de aanslag invoerrechten.  Het Finanzgericht Hamburg heeft de zaak toen geschorst en een prejudiciële vraag gesteld aan het HvJ EU omtrent de uitleg van artikel 74 lid 1 van verordening nr. 2454/93.

Met zijn prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of het in de onderhavige situatie kan worden aanvaard, dat zendingen ruwe palmpitolie een preferentiële oorsprong hebben, ook wanneer deze olie tijdens het vervoer naar de EU in de opslagtank van een schip is vermengd. Belanghebbende betoogt dat de gezamenlijke opslag van olie met het oog op vervoer geen invloed heeft op de oorsprong. Het douanekantoor is van opvatting dat preferentiële tariefbehandeling louter kan worden toegekend voor producten waarvan is aangetoond dat zij niet zijn gewijzigd.

Artikel 74 lid 1 van verordening nr. 2454/93 vereist dat de voor het vrije verkeer in de EU aangegeven producten, dezelfde producten zijn als die welke zijn uitgevoerd uit het begunstigde land. Voorts mogen de producten op geen enkele manier zijn gewijzigd. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de in het hoofdgeding bedoelde producten volledig verwisselbaar zijn en over dezelfde kenmerken beschikken. De vermenging van de producten tijdens vervoer, verandert niet de aard ervan. Tevens staat vast dat alle zendingen ruwe palmpitolie onder dezelfde tariefregeling vallen. Er kan worden uitgesloten dat er producten onder een afwijkende tariefregeling aan de palmpitolie zijn toegevoegd. De omstandigheid dat de palmpitolie tijdens het vervoer naar de EU is vermengd in een opslagtank van een schip, kan derhalve niet betekenen dat deze producten niet dezelfde producten zijn als die welke zijn uitgevoerd uit het begunstigde land.

Het HvJ EU verklaart voor recht dat dat zendingen ruwe palmpitolie ook een preferentiële oorsprong hebben wanneer deze goederen tijdens hun vervoer naar de EU in de opslagtank van een schip zijn vermengd. Hierbij moet wel zijn uitgesloten dat andere niet-preferentiële producten in de opslagtank zijn beland.

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Datum uitspraak: 07/04/2016

http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=175667&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=363232