Verdachte, een voormalig notaris, wordt tenlastegelegd dat hij opzettelijk een onjuiste aangifte successierecht heeft ingediend, geldbedragen heeft witgewassen en dat hij valsheid in geschrift zou hebben gepleegd.

Het Hof volgt de verdachte niet in zijn betoog dat hij in de voorlopige aangifte successie de verkoopopbrengst van de woning kon en mocht opgeven. Volgens het Hof was geen sprake van een situatie waarin volgens de jurisprudentie de waarde in het economische verkeer aan de hand van de verkoopopbrengst kon worden bepaald. Volgens het Hof moest de verdachte, die op het betreffende moment notaris was, de jurisprudentie kennen. Van een pleitbaar standpunt was volgens het Hof geen sprake.

Het Hof komt tot een veroordeling voor het doen van onjuiste aangifte, valsheid in geschrifte en witwassen en legt een straf op van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 september 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:8224

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:8224