Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij vragen van de Ontvanger niet, althans ontoereikend, heeft beantwoord waardoor te weinig belasting is ingevorderd.

De raadsman heeft bepleit dat het OM niet in de vervolging kan worden ontvangen gelet op het ne bis in idem-beginsel. Immers heeft verdachte reeds lijfsdwang ondergaan ter zake van het feit dat verdachte niet de gewenste inlichtingen wilde geven aan de Belastingdienst.

Het Hof is – na verwijzing door de Hoge Raad – van oordeel dat bij de huidige Nederlandse regelgeving de strafvervolging van een verdachte ter zake van het opzettelijk niet voldoen aan de fiscale informatieplicht in strijd is met de beginselen van een goede procesorde  in de gevallen waarin de verdachte op grond van datzelfde feit reeds een fiscale vrijheidsbeneming heeft ondergaan ten einde aan diezelfde inlichtingenplicht te voldoen. De beginselen van een goede procesorde kunnen naar het oordeel van het Hof immers meebrengen dat een inbreuk op het beginsel dat iemand niet tweemaal kan worden vervolgd en bestraft voor het begaan van hetzelfde feit, de niet-ontvankelijkheid van het OM in de strafvervolging tot gevolg heeft.

Het Hof komt mitsdien tot het eindoordeel dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging.

Gerechtshof Amsterdam 28 oktober 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5267

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2016:5267