Voor het maken van een keuze tussen bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sanctionering bevat het ‘Protocol aanmelding en afdoening van fiscale delicten en delicten op het gebied van douane en toeslagen (Protocol AAFD)’ nadere voorschriften. Het AAFD-protocol uit 2015, is recentelijk gewijzigd. Het protocol beschrijft hoe de Belastingdienst zaken selecteert die voor mogelijke strafrechtelijke afdoening in aanmerking komen. De geselecteerde zaken worden vervolgens ingebracht in een afstemmingsoverleg (de weegploeg) van de Belastingdienst, de FIOD en het OM. De uiteindelijke keuze voor strafrechtelijke afdoening wordt in dat overleg gemaakt door de Belastingdienst (art. 80 AWR) samen met het OM.
Het Protocol bevat aanmeldingscriteria die als handvatten dienen bij de beslissing of een zaak in aanmerking komt voor strafrechtelijke of fiscale afdoening. De belangrijkste criteria voor de strafrechtelijke aanmelding en afhandeling van fiscale delicten vormen (i) de aanwezigheid van vermoedelijk opzettelijk handelen en (ii) het fiscale nadeel.
- Bij een nadeelbedrag van € 100.000 of meer, wordt de zaak aangemeld voor mogelijke strafrechtelijke afdoening als sprake is van een vermoeden van opzet.
- Bedraagt het nadeel minder dan € 100.000, dan wordt de zaak voor mogelijke strafrechtelijke afdoening aangemeld als sprake is van een vermoeden van opzet en als één of meerdere van de aanvullende wegingscriteria daartoe aanleiding geeft. Nieuw is dat ook indien het nadeel onvoldoende bepaalbaar is de zaak ook voor mogelijke strafrechtelijke afdoening kan worden aangemeld.
De aanvullende wegingscriteria zijn hetzelfde als in de versie uit 2015, dit betreft bijvoorbeeld de maatschappelijke impact van een zaak, recidive, het feit dat verhaal of beboeting niet mogelijk is, dat sprake is van meerdere delicten zoals valsheid in geschrifte of witwassen en waarheidsvinding. Een ander voorbeeld is dat de betrokkene een bepaalde status of voorbeeldfunctie heeft zoals bijvoorbeeld een advocaat, adviseur of accountant of als sprake is van medewerking van een adviseur die vermoedelijk op de hoogte was van de fraude én daaraan zijn actief dan wel passief medewerking verleende.
Het nieuwe Protocol AAFD 2023 bevat een aantal nieuwe elementen ten opzichte van de versie uit 2015. In de oude versie werd het strafrecht nog gezien als een instrument in verbinding met andere vormen van handhaving en toezicht. Uit het nieuwe Protocol volgt dat er juist vaker kan worden gekozen voor de inzet van het strafrecht.
Nieuw is ook dat in het Protocol is vermeld dat het ook van toepassing is op omissiedelicten (zoals het opzettelijk niet doen van aangifte) en de delicten genoemd in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (Wib). Het Protocol AAFD 2023 bepaalt verder nog dat strafzaken die onder het mandaat van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) vallen zoals grensoverschrijdende btw-fraude, aan die instantie worden voorgelegd.
Het Protocol AAFD 2023 is te raadplegen via: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-16878.html